33 038 Wijziging van het Bekostigingsbesluit W.V.O. en het Formatiebesluit W.V.O. in verband met de telling van leerlingen die tijdelijk buiten de school worden geplaatst en enkele technische aanpassingen

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Ontvangen ter Griffie van de Tweede Kamer Op 30 september 2011. De voordracht voor De vast te stellen algemene maatregel van Bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 29 oktober 2011.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2011

Hierbij zend ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, het Besluit tot wijziging van het Bekostigingsbesluit W.V.O. en het Formatiebesluit W.V.O. in verband met de telling van leerlingen die tijdelijk buiten de school worden geplaatst en enkele technische aanpassingen.1 Voor de inhoud van het besluit verwijs ik u naar de nota van toelichting.1 De datum van inwerkingtreding van het besluit wordt voor wat betreft de wijziging van het Formatiebesluit W.V.O. – dat onderdeel uitmaakt van onderhavig besluit – bij koninklijk besluit vastgesteld.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure (artikel 84, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs). De wet bepaalt dat voor wat betreft het Formatiebesluit W.V.O. de maatregel niet in werking treedt dan nadat vier weken na de overlegging aan beide Kamers der Staten-Generaal zijn verstreken.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de wijziging van het Formatiebesluit W.V.O. zo spoedig mogelijk in werking te laten treden en daaraan terugwerkende kracht te verlenen tot aan 1 oktober 2011.

Eenzelfde afschrift van deze brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven