De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een patstelling is ontstaan over het achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn
(AP) in het kabinet;
overwegende dat uit de consultatie blijkt dat agrarische organisaties meer plus- dan
minpunten zien in het concept achtste AP in vergelijking met het zevende AP, maar
dat de waterwereld er zeer bezorgd over is;
overwegende dat de Kamer meermaals heeft uitgesproken minder kalenderlandbouw te willen
en meer doelsturing;
spreekt uit dat het achtste AP moet bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van
grond- en oppervlaktewater;
verzoekt de regering geen onomkeerbare stappen te zetten tot het aantreden van het
nieuwe kabinet en tot die tijd door te gaan met de reeds geïmplementeerde maatregelen
uit het zevende AP, inclusief addendum;
verzoekt de regering onderwijl in overleg te gaan met de waterschappen over een heldere
en voor ieder navolgbare aanwijzing van de aandachtsgebieden;
verzoekt de regering conform de motie-Vedder c.s. (33 037, nr. 593) de ingroei naar doelsturing, zoals beschreven in het concept achtste AP, onverdroten
voort te zetten, zodat geen tijd verloren gaat en agrariërs (onder andere in de aandachtsgebieden)
komend najaar op perceelniveau het stikstofbodemoverschot kunnen gaan meten;
verzoekt de regering de Kamer ieder kwartaal over de voortgang te rapporteren en tevens
duidelijk de stand van zaken naar belanghebbenden, zoals onze agrariërs en de waterschappen,
te communiceren, totdat uiteindelijk het verbeterde achtste AP alsnog van kracht wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.