33 037 Mestbeleid

Nr. 574 MOTIE VAN HET LID VAN CAMPEN C.S.

Voorgesteld 19 december 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat verlaging van het mestproductieplafond en het verdwijnen van derogatie leiden tot een groot mestoverschot;

overwegende dat in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken een generieke korting te voorkomen en dat deze nu dreigt voor de melkveehouderij nu de sector bijna 8% boven het fosfaatplafond zit;

overwegende dat de situatie van PAS-melders nog altijd schrijnend is en alleen een structurele daling van emissies tot zicht op legalisering kan leiden;

overwegende dat in de sector ideeën leven om productierechten uit de markt te laten nemen om verlichting te creëren op de mestmarkt;

overwegende dat als veehouders uiteindelijk besluiten om op vrijwillige basis hun productierechten definitief door te halen in ruil voor een vergoeding, dit gezien kan worden als een partiële beëindigingsregeling, waarbij verwerking van nieuwe rechten door agrariërs op een later moment niet wordt uitgesloten;

verzoekt de regering om voor 1 maart binnen de budgettaire kaders een dergelijke partiële beëindigingsregeling samen met de sector uit te werken in samenhang met de aangekondigde brede beëindigingsregeling waarbij niet-latent zijnde fosfaatrechten definitief uit de markt worden gehaald;

verzoekt de regering de sector aan te spreken op zijn verantwoordelijkheid en aan te sturen op een substantiële private bijdrage die ten goede komt aan de regeling voor deelnemende melkveehouders,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Campen

Vedder

Holman

Grinwis

Bromet

Podt

Van der Plas

Flach

Naar boven