33 037 Mestbeleid

Nr. 556 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 augustus 2024

Met deze brief informeer ik de Kamer dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) op 15 augustus 2024 de tweede kwartaalrapportage 2024 over de fosfaat- en stikstofexcretie door de Nederlandse veestapel1 heeft gepubliceerd.

Ook dit jaar stelt het CBS op mijn verzoek na afloop van ieder kwartaal een berekening samen van de verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel. De tweede kwartaalrapportage 2024 geeft een momentopname van de verwachte fosfaat- en stikstofexcretie over geheel 2024 op basis van de op 1 juli 2024 beschikbaar gekomen nieuwe en actuele gegevens over de omvang van de rundveestapel, de melkproductie per koe en de beschikbaarheid en samenstelling van krachtvoer en ruwvoer. De voor 2024 verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel is weergegeven in tabel 1. De door het CBS gehanteerde systematiek en de door hen verwerkte gegevens waarop de verwachting is gebaseerd, zijn omschreven in de rapportage van het CBS.2

Tabel 1: Momentopname van de verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel over 2024 (in miljoen kg)
 

Fosfaat

 

Stikstof

 

Plafond

2024

1e kw 2024

2e kw 2024

 

Plafond

2024

1e kw 2024

2e kw 2024

Nationaal

150,7

147,5

148,0

 

489,4

468,9

461,7

Melkvee

73,6

76,6

76,4

 

286,5

277,5

273,2

Varkens

36,7

32,4

32,8

 

91,8

84,2

81,7

Pluimvee

24,1

22,3

22,8

 

54,7

52,2

52,3

Overig1

16,3

16,2

16,0

 

56,4

55,0

54,5

N.B. Door afrondingen kan de som van de cijfers afwijken van het totaal.

X Noot
1

Voor «overig» is in de Msw geen sectoraal plafond vermeld. Het hier vermelde plafond is afgeleid van het nationale plafond en de plafonds voor melkvee, varkens en pluimvee.

Uit tabel 1 blijkt dat het CBS verwacht dat in 2024 de fosfaatexcretie (– 1,8%) en stikstofexcretie (– 5,7%) van de Nederlandse veestapel onder het nu geldende nationale plafond uitkomt. In 2025 zal het nationaal plafond, conform de bepalingen in de derogatiebeschikking 2022–20253, verlaagd worden tot 135,0 mln kg fosfaat respectievelijk 440,0 mln kg stikstof. Als de voor 2024 verwachte excreties hiertegen worden afgezet, zal in 2025 – bij verder ongewijzigde omstandigheden – het nationaal plafond worden overschreden met respectievelijk 9,6% voor fosfaat en 4,9% voor stikstof.

Als gekeken wordt naar de afzonderlijke sectoren dan blijkt dat het CBS op dit moment verwacht dat in 2024 het fosfaatplafond voor melkvee overschreden zal worden met 3,8%. De andere sectorale productieplafonds zullen naar verwachting niet overschreden worden.

Met de melkveesector is in het kader van de stikstofproblematiek afgesproken om op sectorniveau te streven het ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen te verlagen en deze in 2025 niet hoger te laten zijn dan 160 gr RE/kg droge stof4. Om de voortgang hierop te monitoren is de monitor van het CBS uitgebreid met een prognose van het ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen. Deze prognose is in tabel 2 weergegeven.

Tabel 2: RE-gehalte in het melkveevoerrantsoen in 2022, 2023 en het verwachte RE-gehalte in 2024 (in g/kg droge stof)
 

2022

2023

1e kw. 2024

2e kw. 2024

Melkveevoerrantsoen

(melk- en kalfkoeien en bijbehorend jongvee)

161

163

1

164

X Noot
1

Er waren onvoldoende gegevens beschikbaar om een indicatie te kunnen geven

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

Naar boven