33 037 Mestbeleid

Nr. 545 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2024

Tijdens het commissiedebat op 17 januari 2024 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1618) van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de vaste commissie voor Europese Zaken ten behoeve van Landbouw- en Visserijraad (22/23 januari 2024) heb ik de toezegging gedaan om u te informeren over het achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn. Met deze brief schets ik u op hoofdlijnen het proces om te komen tot een achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn dat te zijner tijd mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat zal worden vastgesteld. Eveneens bericht ik u met deze brief over de voortgang van de evaluatie van de Meststoffenwet zoals aangekondigd in de brief van 27 oktober jl.1.

Voortgang evaluatie Meststoffenwet

Ten behoeve van de evaluatie is een aantal onderzoeken uitgezet die zich richten op de aspecten in het mestbeleid die op dit moment aandacht vragen.

Ten eerste wordt het meetbare en verwachte effect van het gevoerde en het huidige mestbeleid (zevende actieprogramma en derogatiebeschikking) voor nutriënten afkomstig van de landbouw op de waterkwaliteit in beeld gebracht. Dit betreft enerzijds gegevens afkomstig van metingen over de huidige en voorgaande toestand van de waterkwaliteit, anderzijds een modellering van het effect van het zevende actieprogramma en de derogatiebeschikking langs de zichtjaren 2027, 2033 en 20452. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen Environmental Research voeren de hiervoor benodigde onderzoeken uit.

Ten tweede is er bij de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (hierna: CDM) een onderzoek uitgezet naar de ontwikkelingen in de mestmarkt voor de periode 2018–2022 over onder andere de mestproductie, het mestgebruik, de mestplaatsingsruimte en export van mest. Er wordt ook een analyse gegeven over de effectiviteit van de in 2014 ingevoerde mestverwerkingsplicht en over het effect van het zevende actieprogramma en de derogatiebeschikking op de vraag en het aanbod van dierlijke mest langs het tijdpad van de derogatiebeschikking en na afloop van de beschikking.

Ten derde wordt een belevingsonderzoek uitgevoerd door Wageningen Economic Research waarin wordt onderzocht hoe primaire agrarische ondernemers tegenover het mestbeleid staan en wat hun ervaringen zijn. Dit belevingsonderzoek bestaat uit een enquête waarvan de resultaten verder zijn geduid in focusgroepen waaraan de agrarische ondernemers deelnemen.

Tot slot is aan de CDM gevraagd om op hoofdlijnen mogelijke beleidsopties te schetsen waarmee waterkwaliteitsdoelen voor nutriënten afkomstig van de landbouw gehaald kunnen worden. Hierbij zet de CDM de beleidsopties af tegen een variant van bedrijfsspecifieke doelsturing en brengt verschillende mogelijkheden voor doelsturing in kaart. Ook is gevraagd om van de beleidsopties een inschatting te geven over de economische effecten en de mate waarin de mogelijke opties inpasbaar zijn in de bedrijfspraktijk.

Naar verwachting zullen tijdens het zomerreces alle conceptrapportages van de hierboven genoemde onderzoeken opgeleverd zijn.

Voor het einde van het zomerreces van uw Kamer zal ik een bijeenkomst organiseren met stakeholders (sectorpartijen, natuurorganisaties, waterschappen, provincies en overige stakeholders) om te kunnen reflecteren op de uitkomsten van de verschillende onderzoeken. In september worden de onderzoeken naar verwachting met de Kamer gedeeld, die in het kader van de evaluatie van de Meststoffenwet zijn uitgevoerd.

Planning traject achtste actieprogramma Nitraatrichtlijn

Met het traject om te komen tot een achtste actieprogramma ben ik reeds gestart. Zo heb ik in de periode februari/maart verschillende startbijeenkomsten met stakeholders georganiseerd waarin het proces om te komen tot een nieuw actieprogramma is toegelicht. Daarnaast hebben er in de periode maart tot nu verschillende 1-op-1 gesprekken plaatsgevonden waarin stakeholder hun ideeën voor het achtste actieprogramma voor het voetlicht hebben kunnen brengen.

Met al deze gesprekken en bijeenkomsten is input verzameld voor het ex-ante onderzoek naar mogelijke maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit in het achtste actieprogramma. Het achtste actieprogramma zal op 1 januari 2026 van toepassing zijn. Voor onderbouwde besluitvorming is het nodig dat onderzocht wordt welke maatregelen en maatregelpakketten effectief kunnen zijn voor een goede waterkwaliteit van oppervlakte- en grondwater in relatie tot nutriënten afkomstig van de landbouw. Ook de impact van deze maatregelen op de landbouwpraktijk wil ik inzichtelijk maken zodat dit bij de besluitvorming over het achtste actieprogramma mee kan wegen. Mijn voornemen hiervoor is dus dat ook de economische effecten en de mate van inpasbaarheid in de boeren bedrijfspraktijk worden onderzocht. Eveneens zal er bij de totstandkoming van maatregelpakketten aandacht zijn voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid voor de overheid.

Daar komt bij dat een actieprogramma onder de Nitraatrichtlijn m.e.r.-plichtig is en daarom wordt een milieueffectrapportage opgesteld waarvoor het uitzetten van een dergelijk ex-ante onderzoek ook noodzakelijk is.

Het proces om te komen tot het achtste actieprogramma vraagt om zorgvuldigheid op inhoud en in de afstemming met stakeholders, daarom ben ik voornemens om het ex-ante onderzoek in verschillende fasen op te splitsen. Zo zullen in de eerste fase maatregelen kwalitatief beoordeeld worden op het effect op waterkwaliteit voor grond- en oppervlaktewater, het economische effect en de inpasbaarheid in de agrarische bedrijfspraktijk. De uitkomsten van deze beoordeling zullen input leveren voor het samenstellen van verschillende door te rekenen maatregelpakketten die kunnen landen in het achtste actieprogramma.

Ik hecht er veel belang aan om alle stakeholders en partners te betrekken, waarbij ieder uiteraard zijn eigen rol en verantwoordelijkheid heeft. Er worden op reguliere basis, in lijn met de stappen in het proces om te komen tot het achtste actieprogramma, overlegmomenten georganiseerd met sectorpartijen (vertegenwoordigers uit plantaardige keten en dierlijke keten), natuurorganisaties (LandschappenNL en Natuurmonumenten en Natuur & Milieu), medeoverheden (IPO en UvW) en overige stakeholders (Vewin). Hierdoor is het onder meer mogelijk om de uitkomsten van het onderzoek per fase te bespreken met alle stakeholders en eventuele input mee te nemen in een volgende fase van het ex-ante onderzoek. In de bijlage is een overzicht opgenomen waarin in grote lijnen het vervolgproces voor de totstandkoming van het achtste actieprogramma is opgenomen. Dit overzicht bevat eveneens de voorgenomen overlegmomenten met stakeholders. Daarnaast worden organisaties uitgenodigd om, indien zij daar behoefte aan hebben, inhoudelijke input of voorstellen bij het ministerie onder de aandacht te brengen, waarbij deze vanzelfsprekend op waarde zullen worden geschat.

De Kamer zal regelmatig geïnformeerd worden over de voortgang van de verschillende stappen in het proces om te komen tot het actieprogramma, zodat op die momenten ook gelegenheid is voor gedachtewisseling met de Kamer over het vast te stellen achtste actieprogramma.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

BIJLAGE

Routekaart 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn1

Periode

Processtap 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn

Overlegmomenten stakeholders

Heden – april 2024

 

Startbijeenkomsten stakeholders EMW 2024 en proces 8e AP

Heden – mei 2024

 

Één-op-één gesprekken stakeholders ophalen input mogelijke maatregelen 8e AP tbv ex- ante onderzoek

Q2 2024

Ex- ante onderzoek fase 1: kwalitatieve beoordeling mogelijke maatregelen op:

– Waterkwaliteit (grond- en oppervlaktewater voor stikstof en fosfaat)

– Economische effect

– Inpasbaarheid bedrijfspraktijk

Stakeholderoverleg 1: aftrap stakeholderbijeenkomsten 8e AP

Q3 2024

Stakeholderoverleg 2: Reflectiebijeenkomst onderzoeken EMW 2024

Eind Q3 2024

Stakeholderoverleg 3: maatregelpakketten tbv fase 2 ex-ante onderzoek

Q4 2024

Ex-ante onderzoek fase 2: doorrekening effect op waterkwaliteit van verschillende maatregelpakketten voor nutriënten afkomstig van landbouw

Stakeholderbijeenkomst 4: resultaten ex-ante fase 1 en Nitraatrapportage

Eind Q4 2024

Stakeholderbijeenkomst 5: maatregelpakketten tbv fase 2 ex-ante onderzoek

Q1 2025

Stakeholderbijeenkomst 6: resultaten update bronnenanalyse en resultaten fase 2 ex-ante maatregelpakketten

Eind Q1/begin Q2 2025

Ex-ante onderzoek fase 3: restopgave waterkwaliteitsdoelen in relatie tot doelbereik nutriënten afkomstig van de landbouw op waterkwaliteit van verschillende maatregelpakketten

Stakeholderbijeenkomst 7: resultaten fase 3 ex-ante (restopgave waterkwaliteitsdoelen in relatie tot doelbereik maatregelpakketten)

Q2

Advies commissie MER

 

Eind Q2 2025

 

Stakeholderbijeenkomst 8: uitkomsten advies Cie m.e.r.

Q3 2025

Start internetconsultatie: mogelijkheid reactie op concept 8e AP van eenieder

 

Q4 2025

 

Stakeholderbijeenkomst 9: uitkomsten internetconsultatie irt. 8e AP

Q4 2025

Publicatie 8e AP

 

1 januari 2026

8e AP is van toepassing

 
X Noot
1

dit is een indicatieve planning en is afhankelijk van het tijdig uitzetten en starten van de onderzoeken, de opzet van de onderzoeken en de beschikbaarheid van capaciteit bij de betreffende onderzoeksinstellingen.


X Noot
1

Kamerstukken II, 2023/24, 33 037, nr. 520.

X Noot
2

Het onderzoek dat de effecten van het zevende actieprogramma en de derogatiebeschikking langs de zichtjaren 2027, 2033 en 2045 in beeld brengt, wordt ook benut in het kader van de tussenevaluatie KRW, zie Kamerstukken II, 2023/24, 33 037, nr. 520.

Naar boven