33 037 Mestbeleid

Nr. 543 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2024

Op 24 april jl. heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij verzocht om een reactie van mij op een brief die zij hebben ontvangen van Nevedi over «Reactie Nevedi met betrekking tot uitvoeringstoets van verlaging eiwit melkveerantsoenen» (kenmerk 2024Z06901/2024D16869).

Ik heb kennisgenomen van de brief van Nevedi en ben verheugd te lezen dat Nevedi haar expertise beschikbaar stelt om te werken aan een uitwerking van het voerspoor dat praktisch uitvoerbaar is. Ook heb ik in het Crisisplan van LTO, NAJK, NZO en de Natuurweide gezien dat de melkveehouders en verwerkende industrie op korte termijn verlaging van het eiwitgehalte in het melkveerantsoen gaan realiseren, borgen en monitoren. De zuivelindustrie neemt als afnemer zijn verantwoordelijkheid door dit te borgen. In mijn plan van aanpak mestmarkt (bijlage bij Kamerstuk 33 037, nr. 542) heb ik aangegeven kansen te zien in het voerspoor, omdat door het verlagen van het ruw eiwit gehalte in het rantsoen ook de stikstof in het rundveedrijfmest verlaagd kan worden (hogere voer efficiëntie). Echter, ik heb ook aangegeven dat dit door de sector zelf moet worden gerealiseerd.

Ik ben verheugd dat de verschillende partijen in de keten aangeven aan dit voerspoor te willen werken. Ik moedig de eerder genoemde partijen aan om gezamenlijk tot een uitvoerbaar plan voor private certificering te komen. Hoewel ik weet dat de sector al veel ervaring heeft met private certificering van veevoeder, sta ik ervoor open om mee te denken over uitvoeringsaspecten. Ik verwacht dat de sector dan het initiatief neemt en met concrete vragen komt.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven