Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2023
Op 26 september jl. is een motie aangenomen die de regering verzoekt om de deadline
voor inzaai van vanggewassen bij consumptieaardappelen op zand- en lössgrond twee
weken op te schuiven eventueel in combinatie met de verplichting om na de teelt altijd
een vanggewas in te zaaien (Kamerstuk 33 037, nr. 504).
Ik zal deze motie enkel voor dit jaar (2023) uitvoeren, door de regeling zodanig aan
te passen dat in 2023 bij consumptieaardappelen de eerste stap van de korting (5 kg
stikstof/ha in het daaropvolgende jaar), die geldt bij inzaai van een vanggewas in
de periode 2 oktober tot en met 14 oktober, niet zal worden toegepast. De twee volgende
stappen in de korting zullen wel blijven gelden, indien er uiterlijk op 14 oktober
geen vanggewas is ingezaaid.
De maatregel ter stimulering van vanggewassen heeft als doel om de tijdige inzaai
van vanggewassen op zand- en lössgrond aan te moedigen, omdat hiermee de uitspoeling
van stikstof wordt verminderd. Ik besef terdege dat de sector moeite heeft met het
inpassen van deze maatregel in het toch al brede pakket aan maatregelen dat op boeren
afkomt. Maar vanwege de opgave die Nederland heeft om de waterkwaliteit te verbeteren,
zeker in de zand- en lössgebieden, zijn er maatregelen nodig. Ik zal op korte termijn
met de consumptieaardappelsector in overleg gaan overdoor de sector aan te dragen
voorstellen die eenzelfde effect op de waterkwaliteit hebben, ten behoeve van volgend
jaar en richting het 8e actieprogramma nitraatrichtlijn. Daarmee geef ik ook invulling
aan de aangenomen motie Grinwis c.s. (Kamerstuk 33 037, nr. 512). Indien dit niet leidt tot een alternatief dat voldoende positief effect heeft op
de waterkwaliteit, zal in 2024 ook voor consumptieaardappelen de stimuleringsmaatregel
vanaf 1 oktober blijven gelden.
Met deze brief voldoe ik tevens aan het verzoek zoals gedaan in het ordedebat van
26 september jl. (Handelingen II 2023/24, nr. 4, item 26).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema