33 037 Mestbeleid

Nr. 498 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2023

Op 5 juli 2023 heb ik een verzoek ontvangen van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselwkwaliteit om een schriftlijke reactie te geven op een NOS-bericht over de inhoud van een gesprek met de vicevoorzitter van de Europese Commissie, de heer Timmermans, op 12 december jongstleden, en daarbij het gespreksverslag van de Permanente Vertegenwoodiging mee te sturen. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

Op 12 december 2022 heb ik zoals bekend de heer Timmermans ontmoet voor een kennismakingsgesprek. In dat gesprek zijn meerdere onderwerpen besproken. Bij deze brief treft u op verzoek van uw Kamer het verslag aan van het kennismakingsgesprek zoals opgesteld door de Permanente Vertegenwoordiging.

Naar aanleiding van de berichtgeving van de NOS over een gespreksverslag van de Europese Commissie is er contact geweest met de Europese Commissie. Onze gezamenlijke lezing is dat de heer Timmermans tijdens het gesprek van 12 december jl. in algemene zin heeft aangegeven dat Nederland het chagrijn bij de Europese Commissie over het feit dat Nederland afspraken niet nakomt, niet moet onderschatten. Ik heb benadrukt dat Nederland inzet op een stevige transitie van de Nederlandse Landbouw, zoals ook blijkt uit bijgevoegd verslag. De derogatiebeschikking als zodanig is in het gesprek niet aan de orde is geweest.

Omdat de derogatie niet ter sprake is geweest tijdens het gesprek, was er geen aanleiding om in de brieven aan uw Kamer van 24 en 25 januari jl.1 en tijdens het commissiedebat Landbouw- en Visserijraad van 25 januari jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1513) melding te maken van het gesprek met de heer Timmermans van 12 december 2023.

Zoals aangegeven in mijn brief van 25 januari jl. heb ik op diezelfde dag, 12 december, Eurocommissaris Sinkevicius, die verantwoordelijk is voor de Nitraatrichtlijn en de derogatiebeschikking, informeel en marge van de Landbouw en Visserijraad geïnformeerd dat er ingewikkeldheden waren rondom de implementatie van de derogatieverplichting en dat daarover gesprekken liepen. In dezelfde brief heb ik uw Kamer ook over de lopende ambtelijke gesprekken die op dat moment liepen geïnformeerd. Deze gesprekken, en de latere brief van Eurocommissaris Sinkevicius, zijn tijdens een debat met uw kamer van 25 januari uitgebreid aan de orde geweest.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Kamerstuk 33 037, nrs. 485 en 486.

Naar boven