Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2023
Per brief van 22 februari jl. verzocht de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit een spoedige reactie op de vraag:
-
– wat het voor het tijdpad zou betekenen indien de commissie zou besluiten u het verzoek
te doen om de nader uitgewerkte subsidieregeling «Subsidie behoud grasland» aan de
Kamer te sturen, opdat deze behandeld zou kunnen worden.
-
– en indien het tijdpad dusdanig klemmend zou worden dat een dergelijk verzoek tot vertraging
zou leiden, verzocht uw commissie mij om gedetailleerd aan te geven waar die vertraging
dan uit zou bestaan.
Naar aanleiding van uw verzoek kan ik u het volgende melden.
Ik ben voornemens de subsidieregeling met het oog op het behoud van graslandareaal
op 28 februari te publiceren in de Staatscourant, tegelijk met de inwerkingtreding
van de regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet in verband
met de uitvoering voor het jaar 2023 van de derogatiebeschikking 2022 (hierna: derogatieregeling
2023). Vanaf dat moment kunnen agrarische ondernemers een derogatievergunning voor
2023 aanvragen. Het is voor ondernemers van belang dat zij tijdig op de hoogte zijn
van de verplichtingen en de mogelijkheden voor subsidie. Uitstel van publicatie van
de tijdelijke subsidieregeling leidt ertoe dat ondernemers later worden geïnformeerd
over de mogelijkheden voor tegemoetkoming van de extra kosten die zij hebben vanwege
de afbouw van de derogatie. Dat vind ik onwenselijk.
De kaders van de tijdelijke subsidieregeling zijn door mijn ambtsvoorganger aan uw
Kamer gecommuniceerd per brief op 5 september 2022. Op 13 september heeft uw Kamer
hierover een Commissiedebat (Kamerstuk 33 037, nr. 455) gevoerd. Deze tijdelijke subsidieregeling (aan landbouwers die in 2021 of 2022 een
derogatievergunning hadden en die zich aanmelden voor de subsidie), voorziet in subsidiëring
van een gedeelte van de extra kosten die derogatiedeelnemers moeten maken vanwege
de afbouw van de derogatie, om zeker te stellen dat zij grasland behouden. De transitieregeling
biedt de mogelijkheid voor 3 jaren subsidie aan te vragen (2023, 2024 en 2025) en
vervalt per 1 januari 2026. Er wordt gewerkt met forfaitaire bedragen en de steun
aan agrarische ondernemers is gebaseerd op de landbouw de-minimisverordening.
De subsidieregeling behoud grasland zal via een wijziging van de Regeling nationale
EZK- en LNV-subsidies (RNES) als subsidiemodule aan de RNES worden toegevoegd. De
RNES is gebaseerd op het Kaderbesluit Nationale EZK- en LNV-subsidies dat zijn grondslag
vindt in de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies. Deze kaderwet voorziet niet in een voorhangprocedure
voor de RNES of wijzigingen daarvan. Dit betekent dat er geen formele grond is om
de subsidieregeling aan u voor te leggen. Wel zal ik uw Kamer een afschrift van de
regeling doen toekomen zodra deze in de Staatscourant is geplaatst.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema