Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2017
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken om een
reactie op de berichtgeving in regionale Agrio bladen (o.a. Veldpost, 15 april 2017)
over een grote groep melkveehouders die te maken zou hebben met verkeerde registratie
van gegevens voor de fosfaatregelgeving (d.d. 19 april 2017), wil ik u, mede namens
de Minister van Economische Zaken, als volgt informeren.
Het artikel is mij bekend en ik wijs u op de in het artikel opgenomen reactie van
de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Het artikel is tot stand gekomen
op basis van een oproep om problemen met RVO.nl te delen. Op deze oproep hebben 50
veehouders gereageerd. Daarmee geeft het geen representatief beeld van de werkwijze
van RVO.nl. Dit neemt niet weg dat de ervaringen niet altijd positief zijn en dat
er verbeteringen mogelijk zijn.
Het voortouw van de maatregelen om de fosfaatreductie te verminderen in het fosfaatreductieplan
ligt bij de sector en ketenpartijen. Het Ministerie van Economische Zaken ondersteunt
in de uitwerking en uitvoering van dit pakket. RVO.nl heeft extra capaciteit vrijgemaakt
en geworven om in korte tijd een grote operatie uit te voeren ten behoeve van de sector,
in samenwerking met ZuivelNL.
Met een relatief zeer korte voorbereidingstermijn is in goede samenwerking met ZuivelNL
de uitvoering van de complexe fosfaatreductieregeling 2017 vormgegeven en zijn daarvoor
alle nodige organisatorische voorzieningen getroffen. RVO.nl heeft mij laten weten
de capaciteit, die nu beschikbaar is, toereikend te achten om op korte termijn alle
veehouders te voorzien van de meeste actuele en getoetste informatie over hun referentie.
De melkveehouders hebben via «Mijn RVO.nl» toegang tot de Identificatie & Registratiegegevens
(I&R). Ook via het webportaal van de zuivelonderneming hebben zij toegang tot de geregistreerde
gegevens, deze worden sinds begin april wekelijks geactualiseerd op basis van de laatste
verwerkingen.
In deze gegevens worden de actuele veebewegingen en daarmee het actuele veebestand
weergegeven. Echter zijn nog niet in alle gevallen de verzoeken tot wijzigingen in
het doelstellingsaantal en de referentie verwerkt. De reden hiervan is dat ondernemers
tot 1 april jl. de tijd hadden om in de regeling omschreven knelgevallen en bedrijfsoverdrachten
te melden, en zelfs tot 15 april jl. om in- en uitschaarsituaties te melden. Daarnaast
is door veel ondernemers gereageerd op de servicemelding fosfaatrechten, waarvan wordt
beoordeeld of deze reacties ook van invloed zijn op de uitvoering van deze regeling.
Er zijn in totaal ruim circa 5.500 dossiers ingediend bij RVO.nl die kunnen leiden
tot aanpassing van de referentie en/of het doelstellingsaantal. RVO.nl verwerkt circa
800 dossiers per week. Verwacht wordt dat daarmee het overgrote deel van de dossiers
is afgehandeld en geactualiseerd op 30 april aanstaande.
Melkveehouders die volgens de eind april geactualiseerde gegevens van RVO.nl over
de eerste periode niet voldoende dieren van het bedrijf hebben afgevoerd, krijgen
een geldsom opgelegd. Voor naar schatting 1.000 bedrijven zal de behandeling van de
dossiers nog tot half mei vergen. Met ZuivelNL is afgesproken dat de geldsom bij deze
groep bedrijven, voor zover de meldingen tijdig en de zienswijzen uiterlijk op 21 april
jl. zijn ingediend, pas wordt opgelegd nadat de dossiers zijn beoordeeld.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam