33 037 Mestbeleid

Nr. 169 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2015

In 2014 is het stelsel van verplichte mestverwerking in werking getreden. Op basis van dit stelsel zijn ondernemers, die op hun bedrijf meer fosfaat produceren dan zij binnen de gebruiksnormen kunnen aanwenden, verplicht een deel van het fosfaatoverschot te verwerken. De verplichte mestverwerking stuurt direct op het overschot en moet daarmee voorkomen dat de druk op het stelsel van gebruiksnormen en gebruiksvoorschriften teveel oploopt. Het doel van het stelsel is het bereiken van evenwicht op de Nederlandse mestmarkt.

Het stelsel van verplichte mestverwerking voorziet in de mogelijkheid om het percentage van het overschot dat verwerkt moet worden jaarlijks vast te stellen op basis van actuele gegevens over de nationale fosfaatproductie en de plaatsingsruimte. De Commissie deskundigen meststoffenwet (CDM) heeft een protocol ontwikkeld in samenspraak met de landbouworganisaties (LTO, NVV, NVP, CUMELA) en een advies gegeven over de percentages mestverwerking voor 20161. Daarnaast is een inventarisatie van de mestverwerkingscapaciteit gemaakt door het Projectbureau lokale mestverwerking en Bureau mestafzet2.

De inventarisatie laat zien dat de mestverwerkingscapaciteit in 2014 gegroeid is en ook in 2015 en 2016 zal blijven groeien. De inventarisatie geeft ook aan dat er meer verwerkingscapaciteit nodig is, en dat met name in de regio «Oost» de verwerkingscapaciteit achterblijft.

Ik vind het van belang dat de verwerkingspercentages realistisch zijn, zodat ondernemers kunnen voldoen aan de verplichting die hen wordt opgelegd, en tegelijk stimuleren tot het ontwikkelen van extra verwerkingscapaciteit. Daarom zet ik het ingroeipad, dat in 2014 ingezet is om te komen tot een evenwicht, voort.

Ik wil in twee stappen de percentages verplichte mestverwerking vaststellen om in 2017 tot een evenwicht te komen. Voor de regio «Oost» zou het op basis van het CDM-advies voor de hand liggen om de verwerkingsplicht vast te stellen op 40%. Ik zal het percentage voor regio «Oost» voor 2016 vaststellen op 35% omdat daarmee beter balans wordt gehouden met de in die regio beschikbare verwerkingscapaciteit. Ik zal de percentages voor 2016 vastleggen in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.

 

Oost

Zuid

Overig

Totale verplichte mestverwerking

mln. kg fosfaat

2014

15%

30%

5%

17,0

2015

30%

50%

10%

28,0–29,7

2016

35%

55%

10%

32,8

2017

50%

60%

10%

38,5

In 2016 zal de CDM op basis van het protocol een nieuwe berekening uitvoeren van de percentages die nodig zijn om in 2017 tot een evenwicht te komen.

Ik wil de eerder naar u uitgesproken ambitie om in 2017 tot een evenwicht te komen vasthouden. Dit betekent dat de sector in 2016 en 2017 verder moet werken aan uitbreiding van de verwerkingscapaciteit. Om dit te steunen blijft Nederland zich inzetten voor erkenning van mineralenconcentraat als kunstmestvervanger, steun ik de voorstellen van de sector om een deel van de EU-enveloppe in te zetten voor uitbreiding van de mestverwerkingscapaciteit en zal ik de mogelijkheden bezien om een Coördinatiecentrum Mestverwerking te ondersteunen als het bedrijfsleven daar initiatief toe neemt. De percentages voor 2017 zal ik in 2016 vaststellen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven