33 037 Mestbeleid

Nr. 162 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2015

Op 29 juni jl. vond het tweede Boerenforum plaats op een akkerbouwbedrijf in Lage Zwaluwe. Ditmaal met een grote groep boeren over het thema bodemvruchtbaarheid. Ik kijk hier met veel plezier op terug en ben dankbaar voor de waardevolle bijdragen van de deelnemende boeren. Tijdens het AO Landbouwraad van 10 juni jl. heb ik toegezegd de uitkomsten van dit Boerenforum met uw Kamer te delen en dat doe ik middels deze brief.

Opzet boerenforum

Ik vind het belangrijk dat individuele agrarische ondernemers zelf direct deel kunnen nemen aan discussies over belangrijke thema's. Via het boerenforum wil ik agrariërs de kans geven om met elkaar en met mij in gesprek te gaan over actuele thema’s om ideeën en kennis te delen. Deze kennis gebruik ik bij de beleidsvorming op mijn ministerie. Het Boerenforum wil ik 2 à 3 keer per jaar laten plaatsvinden.

Bodemvruchtbaarheid was het hoofdthema tijdens het tweede Boerenforum. Een duurzame bodem is de basis voor duurzaam voedsel. Om mensen bewust te maken van het grote belang van de bodem voor onze voedselvoorziening, gezondheid en ecosysteemdiensten heeft de Verenigde Naties 2015 uitgeroepen tot internationaal jaar van de bodem. Er zijn steeds meer agrariërs die hun zorg uiten over het behoud van een goede bodemconditie en daarom ben ik met agrariërs zelf hierover in gesprek gegaan.

Uitkomsten boerenforum over bodemvruchtbaarheid

Bodemvruchtbaarheid werd tijdens het Boerenforum veel gelinkt aan ruimte in het mestbeleid, vooral de fosfaatnormen. Met name akkerbouwers vinden het mestbeleid te generiek en missen mogelijkheden voor individueel maatwerk en equivalente maatregelen. Maatwerk zou in specifieke gevallen meer ruimte moeten geven om extra stikstof of fosfaat te gebruiken.

Ik heb aangegeven dat ik de wens tot maatwerk goed heb gehoord. Maatwerk moet passen bij de nationale en internationale milieudoelen en -afspraken. Het sluiten van de kringloop en het verbeteren van de waterkwaliteit blijft leidend. Hierbij past bijvoorbeeld dat bij fosfaatbemesting ook de fosfaattoestand van de bodem wordt meegenomen. Dat is op grond van het huidige mestbeleid ook mogelijk. Er is per saldo meer mest dan wij in ons land op het beschikbare areaal kunnen benutten. Het overschot van de mest moet worden verwerkt, geëxporteerd en/of buiten de landbouw gebracht (bijvoorbeeld bij particulieren voor tuinbemesting). Tot slot is het van belang dat het mestbeleid te handhaven is. Ten aanzien van de equivalente maatregelen kan ik uw Kamer melden dat in overleg met LTO en NAV drie equivalente maatregelen worden uitgewerkt. De Europese Commissie is over deze maatregelen geïnformeerd.

Verder kwam ter sprake dat de kwaliteit van mest een onderbelicht aspect is en van groot belang wordt geacht voor de bodemkwaliteit. Daarbij moet naar meer worden gekeken dan nitraat, fosfaat en kalium (NPK). De bodem is een complex systeem met bodemleven dat met zorg gevoed moet worden. Het op de juiste manier toedienen van de juiste organische stof speelt daarbij een belangrijke rol. De boeren hebben daarbij aangegeven dat er een grote behoefte is aan kennis en betere kennisverspreiding onder ondernemers en in het groene onderwijs. Zo realiseren boeren zich onvoldoende wat het gebruik van zware machines met de structuur van hun grond doet. Nederland loopt volgens enkele aanwezige boeren achter op het gebied van kennisontwikkeling en heeft in het verleden te veel gefocust op bemesting met kunstmest en te weinig op bodemkwaliteit.

Ik deel met de boeren dat een goede behandeling van de bodem noodzakelijk is om uitputting te voorkomen. Voor toekomstige generaties is dat van levensbelang. Een slechte bodem heeft negatieve effecten op voedselproductie en milieu.

Terugkoppeling deelnemers

Na afloop van het Boerenforum heb ik de deelnemers per mail gevraagd naar hoe zij de bijeenkomst ervaren hebben. Men gaf aan positief te zijn over de onderwerpkeuze en ook de setting en locatie werden als positief ervaren. Enkele boeren gaven aan dat de groep in het vervolg wat kleiner zou mogen zijn, zodat iedereen voldoende aan het woord kan komen. Daarnaast wezen een aantal deelnemers op het feit dat er lang over het mestbeleid gesproken werd en er daardoor weinig tijd over was voor andere onderwerpen.

Tot slot

In het gesprek met de boeren over het thema bodemvruchtbaarheid is gediscussieerd over het in stand houden van de productiefactor bodem. Verschillende onderdelen zijn de revue gepasseerd.

Van belang is dat er in het kader van de Topsector T&U een publiek-privaat onderzoek loopt naar duurzame bodem waarin gewerkt wordt aan een instrument voor duurzaam bodembeheer in de praktijk voor meer grip en sturing door de agrarische ondernemer. Daarnaast is er een «meten is weten»-project waarin we samen met het bedrijfsleven bezig zijn met een integrale dataset om de bodemkwaliteit te meten en daarmee de «staat van de bodem» te kunnen aflezen.

Ik constateer dat deze onderzoeken onvoldoende bekend zijn bij de aanwezigen, ondanks de communicatieactiviteiten vanuit de PPS en de website http://www.beterbodembeheer.nl. Ik zal met het bedrijfsleven en kennisinstellingen bezien hoe aan deze en andere relevante onderzoeken nog meer bekendheid kan worden gegeven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven