Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2022
In deze brief informeer ik u mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport
over de gegevensuitwisseling op grond van de Wet wapens en munitie tussen het CIZ
(Centrum Indicatiestelling Zorg) en de korpschef van de nationale politie.
Als gevolg van het op 1 januari 2020 vervangen van de Wet bijzondere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen door de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
(Wzd) is artikel 7a Wet wapens en munitie gewijzigd. Door de wijziging van artikel
7a Wet wapens en munitie bestaat er een wettelijke verplichting voor het CIZ om de
korpschef van de nationale politie op de hoogte te stellen van afgegeven rechterlijke
machtigingen of inbewaringstellingen in het kader van de Wzd ten aanzien van aanvragers
en houders van een wapenvergunning. Het CIZ heeft namelijk in het kader van de Wzd
en, voor zover zij zijn geïnformeerd door burgemeester of rechtbank, het overzicht
over afgegeven rechterlijke machtigingen en inbewaringstellingen voor psychogeriatrische
en verstandelijk gehandicapte cliënten.
Er geldt een potentieel veiligheidsrisico voor de samenleving indien voor een persoon
die over een wapenvergunning (en wapen) beschikt een rechterlijke machtiging of inbewaringstelling
in het kader van de Wzd is afgegeven. Immers, personen die onder de Wzd vallen kunnen
niet altijd de mogelijke risico’s van hun handelen inschatten. Omdat deze cliënten
veelal in zorg zijn op het moment dat er door burgemeester of rechtbank een Wzd-beschikking
is afgegeven en deze informatie bij het CIZ bekend is, is de kans dat zij (nog) over
een wapen kunnen beschikken zeer klein.
De beoogde structurele vergelijking van versleutelde gegevens tussen het CIZ en de
korpschef van de nationale politie is uiterlijk oktober 2022 gereed. Dit heeft op
zich laten wachten omdat er lange tijd is gezocht naar een veilige wijze van geautomatiseerde
uitwisseling van gegevens. Vervolgens vereist het bouwen van de benodigde ICT-voorzieningen
tijd alvorens deze structurele oplossing in gebruik kan worden genomen. Met deze structurele
oplossing zal worden voldaan aan de wettelijke verplichting. In afwachting hiervan
vindt er sinds november 2021 een zevenwekelijkse gegevensuitwisseling plaats tussen
het CIZ en de korpschef van de nationale politie over aanvragers en houders van een
wapenvergunning. Deze tijdelijke oplossing is geen volledige uitvoering van artikel
7a, tweede lid, onder c Wet wapens en munitie. Immers, volgens de Wet wapens en munitie
dient het CIZ terstond, en niet zevenwekelijks, informatie te verstrekken aan de korpschef
van de nationale politie over wapenvergunninghouders die bij het CIZ op grond van
de Wzd-gegevens bekend zijn. De reden van deze discrepantie is dat de frequentie van
zeven weken het voor het CIZ mogelijk maakt om de beschikbare capaciteit efficiënt
in te zetten op de tijdelijke én structurele oplossing. Tegelijk past de zevenwekelijkse
vergelijking binnen de acht weken durende aanvraagprocedure voor een wapenvergunning
bij de korpschef van de nationale politie. De tijdelijke oplossing is hiermee niet
volmaakt maar in de afweging van belangen om te komen tot een correcte uitvoering
van de Wet wapens en munitie zeker een belangrijke en goede stap richting een structurele
oplossing. Hiermee is sprake van een verantwoord tijdelijk risico.
De gegevensuitwisseling in november 2021 heeft geen matches opgeleverd. In januari
2022 zijn er twee matches geconstateerd. Deze twee matches worden door de korpschef
van de nationale politie betrokken bij de beoordeling of een wapenvergunning dient
te worden geweigerd of ingetrokken.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius