33 033 Wapen- en munitiebezit

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2019

Op 1 oktober 2019 is de e-screener geïmplementeerd: een digitale vragenlijst ten behoeve van de risicotaxatie met betrekking tot wapenverlofhouders. Dit instrument geeft onder meer uitvoering aan de Europese vuurwapenrichtlijn (EU2017/853) die ziet op de controle van de verwerving en het voorhanden hebben van vuurwapens. Middels deze brief wil ik uw Kamer berichten over de ontwikkelingen rondom en de implementatie van de e-screener.

Implementatie vuurwapenrichtlijn

De vuurwapenrichtlijn (EU2017/853), over de controle en het voorhanden hebben van wapens, is (afgezien van de e-screener) op 23 juli 2019 in Nederland geïmplementeerd door middel van een wijziging van de Wet wapens en munitie. De richtlijn is een reactie op terroristische aanslagen waarbij onder andere gebruik is gemaakt van vuurwapens die op enig moment onbruikbaar waren gemaakt, maar daarna tot weer scherp schietende vuurwapens waren teruggebouwd. De richtlijn stelt, geheel in overeenstemming met de geldende Nederlandse praktijk, dat een vergunning voor een wapen alleen mag worden verleend als het waarschijnlijk is dat de aanvrager geen gevaar voor zichzelf of anderen, de openbare orde of de openbare veiligheid zal vormen en verplicht de lidstaten zorg te dragen voor een stelsel dat waarborgt dat steeds aan de vastgestelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning wordt voldaan. Het onderzoek naar de betrouwbaarheid van de aanvrager van een wapenverlof was in Nederland al aangescherpt naar aanleiding van het schietincident in Alphen aan den Rijn in 2011. De e-screener vormt hier het sluitstuk van en was het laatste nog te implementeren gedeelte van de Europese richtlijn.

Ontwikkelingen politie

Sinds 2011 is er binnen de politieorganisatie veel gebeurd om legaal wapenbezit beter te reguleren en (daarmee) illegaal vuurwapengebruik tegen te gaan. Zo verloopt het aanvraagproces voor een vergunning voor het bezit van een wapen systematischer. Meer dan voorheen is het uitgangspunt dat de aanvragers zelf moeten aantonen dat zij voldoende betrouwbaar zijn voor een wapenverlof in plaats van dat de korpschef moet aantonen dat iemand niet betrouwbaar is. Ten behoeve van tussentijdse screening van risico’s bij wapenbezit is er bovendien een koppeling tot stand gebracht tussen de vuurwapenadministratie politie en de BOPZ1-administratie van het OM.

Uitgangspunt van de Wet wapens en munitie is dat vuurwapens in principe verboden zijn. Het legale bezit ervan is onderworpen aan een vergunningplicht. Voor de afgifte daarvan wordt, naast het aantonen van een redelijk belang, afgewogen of er ten aanzien van de aanvrager geen «vrees voor misbruik» bestaat en hem of haar het bezit van een vuurwapen kan worden toevertrouwd. De lat daarvoor ligt zeer hoog. Reeds bij geringe twijfel is het oordeel negatief.

Daar komt bij dat de informatieplicht van de aanvrager is verbeterd, zo moeten aanvragers een inlichtingenformulier invullen over hun persoonlijke omstandigheden, moeten zij drie referenten opgeven bij wie navraag kan worden gedaan en indien er twijfel bestaat over de betrouwbaarheid (met name de psychische gesteldheid) moet de aanvrager zelf het tegenbewijs aanleveren waaruit kan blijken dat diegene wel betrouwbaar is. Verder zijn er in de Circulaire Wapens en Munitie nadere eisen gesteld aan de wapentypes waarvoor een verlof verleend kan worden gedurende het eerste verlofjaar en kan de schietsport alleen als een wettelijk redelijk belang aangemerkt worden als men die sport in wedstrijdverband beoefent. In het aanvraagproces heeft de politie meerdere keren persoonlijk contact met de aanvragers en wordt een beeld van betrokkenen gevormd, onder andere van de persoonlijke- en thuissituatie.

Uitspraak Hoge Raad

Een recente ontwikkeling is het arrest van de Hoge Raad inzake de aansprakelijkheid van de politie voor de gevolgen van de schietpartij in Alphen aan den Rijn2. In het arrest haalt de Hoge Raad een deel uit het arrest van het gerechtshof aan:

«De vrees voor misbruik moet ruim worden uitgelegd. Vuurwapens vormen immers een potentieel ernstige bedreiging voor de veiligheid in de samenleving indien zij in handen komen van personen die onvoldoende betrouwbaar zijn om zo’n wapen voorhanden te hebben. Daarom wordt een restrictief beleid gevoerd waar het de toepassing van het criterium «geen vrees voor misbruik» betreft. Reeds geringe twijfel aan het verantwoord zijn van het maken van de uitzondering op het wapenverbod is voldoende om de aanvraag te weigeren of in te trekken. Die twijfel moet gebaseerd zijn op een objectief toetsbare motivering.»

Hieruit blijkt andermaal dat bij geringe twijfel geen wapenverlof mag worden verleend.

De-screener

De e-screener is een digitale vragenlijst die tot doel heeft een advies inzake de risicotaxatie te geven bij de vraag of iemand een wapen kan worden toevertrouwd en vormt een onderdeel van de gehele verlofaanvraag. Verdere informatie wordt verkregen uit een antecedentenonderzoek, een door de aanvrager verstrekt inlichtingenformulier, het nagaan van opgegeven referenten en bezoek aan huis in het kader van de kluiscontrole. Medewerking aan de e-screener is, conform de bepalingen van de wet, voor de aanvrager een verplichte stap. Hieraan geen gevolg geven resulteert in weigering van het verlof.

Het Trimbos-instituut heeft het kader voor de e-screener ontwikkeld door middel van literatuurstudie en in afstemming met experts. TNO heeft hierop een kalibratieonderzoek gedaan en de e-screener verder afgesteld. Hierin zijn aanpassingen gemaakt op basis van aanbevelingen, door Ipsos (technisch) en TNO (inhoudelijk). De e-screener is getest op mensen uit een hoogrisicogroep, bestaande uit mensen met psychische afwijkingen, en een laagrisicogroep, bestaande uit mensen uit een representatieve steekproef van de bevolking en mensen met een wapenvergunning. Het instrument is inmiddels klaar en is op 1 oktober 2019 geïmplementeerd.

Dit alles betekent in de praktijk dat komende maanden een aantal wapenverlofhouders en jachtaktehouders de uitnodiging krijgt het onderzoek te doen als onderdeel van de aanvraagprocedure van de (nieuwe) verlening van hun wapenverlof of jachtakte. In drie jaar worden alle circa 60.000 wapenverlofhouders eenmalig aan het onderzoek onderworpen. Ook dienen aanvragers van een ontheffing (art. 4 Wwm) of erkenning (art. 9 Wwm) de e-screener af te nemen.

De e-screener is gebaseerd op gevalideerde psychologische testen over erkende risicofactoren voor wapenbezit. Te denken valt aan alcoholmisbruik, agressiebeheersing en snel gekrenkt zijn. Juist een combinatie van dergelijke factoren levert al snel twijfel over de geschiktheid voor wapenbezit op.3 De e-screener is geen fysisch-deterministisch instrument. Hiermee bedoel ik dat het – evenals de andere benoemde toetsingscriteria bij een aanvraag – geen 100% garantie is tegen het risico dat iemand op enig moment misbruik gaat maken van een vuurwapen waarvoor hij/zij een verlof heeft ontvangen. Mede op basis van het arrest van de Hoge Raad heb ik besloten de kalibratie van e-screener dusdanig af te stellen dat de bescherming van de burger het meest optimaal gegarandeerd kan worden, en de kans op misbruik van het wapen zo klein mogelijk is.

Vanwege de wettelijke maatstaf van geringe twijfel is de kalibratie zo afgesteld dat de kans dat iemand een positieve score haalt terwijl een wapenverlof niet verantwoord moet worden geacht, klein is. Dit heeft wel tot gevolg dat een deel van de aanvragers – en van diegene die nu reeds een verlof hebben – een negatieve uitkomst kan krijgen. Voor de vergunningaanvraag betekent een negatieve uitkomst wettelijk gezien geen automatische afwijzing, maar ik heb wel met de korpschef afgesproken dat – conform de hierboven gememoreerde uitspraak van de Hoge Raad – de aanvraag zal worden afgewezen als er geen heldere contra-indicaties zijn die de negatieve uitkomst van de e-screener in een ander perspectief plaatsen.

De verlofaanvrager kan in administratief beroep gaan tegen het besluit om geen wapenverlof te verlenen. Hierin heeft een aanvrager de gelegenheid om de uitkomst van de e-screener te betwisten middels door hem over te leggen nadere medische of psychologische verklaringen waaruit blijkt dat hem een wapen kan worden toevertrouwd. Deze zaken worden namens de Minister behandeld door dienst Justis. Tegen die uitspraak kan beroep bij de rechtbank worden ingesteld en hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Bij de ontwikkeling van de e-screener heb ik de samenwerking gezocht met onder andere de belangenvereniging van de jagers en de sportschutters. Zij hebben mij laten weten niet onverdeeld gelukkig te zijn met de uitrol van dit instrument. Ik zal de komende tijd nauwlettend in de gaten houden hoe de toepassing van dit instrument zich in de praktijk voltrekt. En over een jaar evalueert TNO de e-screener op basis van de uitslagen van wapenverlofhouders die tot dan toe de e-screener hebben afgelegd (dit zijn er circa 20.000). Eventueel kunnen we nadien of zo nodig al eerder tot aanpassingen overgaan. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen hieromtrent.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen.

X Noot
2

ECLI:NL:HR:2019:1409.

X Noot
3

Omwille van de betrouwbaarheid en de bruikbaarheid van het instrument is het niet mogelijk verder inzicht te geven in de risicofactoren of in de vragen.

Naar boven