33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie

Nr. 18 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juli 2013

Bij brief van 20 juni jl. verzocht u om informatie over de opzet en stand van zaken van het onderzoek betreffende de situatie van kinderen die opgroeien in meeroudergezinnen.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door de een samenwerkingsverband van de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen.

Voor de opzet van het onderzoek verwijs ik naar mijn brief van 5 november 2012 aan uw Kamer (Kamerstuk 33 032, nr. 17). Het onderzoek spitst zich toe op een rechtsvergelijking tussen het Nederlandse en het Engelse gezagsrecht. Daarbij wordt ook veldonderzoek verricht. Het onderzoek richt zich zowel op intentionele meeroudergezinnen als op niet-intentionele meeroudergezinnen. Bij intentionele meeroudergezinnen is het vanaf de geboorte van het kind duidelijk dat er meer dan twee volwassenen betrokken zijn bij het opgroeien van het kind. Bij niet-intentionele meeroudergezinnen zijn als gevolg van een niet-voorziene gang van zaken meerdere volwassenen bij de opvoeding van het kind betrokken, bijvoorbeeld situaties van echtscheiding.

Het onderzoek is momenteel in uitvoering. De uitkomsten van het onderzoek worden in het najaar verwacht.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven