33 030 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de burgerinitiatieven

Nr. 6 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN K. W. TE A.2 BETREFFENDE HANDELWIJZE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 10 november 2011

Klacht

Verzoeker klaagt dat over de jaren 1998, 1999 en 2000 niet extra vervoerskosten als buitengewone uitgaven in rekening konden worden gebracht. Hierover heeft hij ook een klacht ingediend bij de Belastingdienst.

Feiten

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de belastingaanslag over het jaar 2003 in verband met de aftrek van extra vervoerskosten als buitengewone uitgaven; de inspecteur heeft uitspraak gedaan op dit bezwaarschrift. Daarbij heeft hij erop gewezen dat hij bepaalde vervoerskosten als aftrek accepteerde en dat verzoeker de kosten voor elk jaar afzonderlijk moest aantonen. De belastingaanslagen over de jaren 2001, 2002 en 2004 heeft hij vervolgens gecorrigeerd.

In mei 2007 heeft verzoeker een beroep gedaan op de hardheidsclausule ingevolge artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen om de aftrek over het jaar 2003 ook toe te passen op eerdere en latere jaren. Dit beroep is afgewezen omdat er geen sprake was van een onbillijkheid van overwegende aard die uit de wet voortvloeide. Op 21 maart 2011 heeft verzoeker een klacht ingediend over het niet herzien van de aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 1998, 1999 en 2000 en de lange duur van behandeling van de verwerking van de correcties op de aangiften over 2001 en 2002. De Belastingdienst heeft de klacht op het laatste onderdeel gegrond verklaard en heeft hiervoor verontschuldigingen aangeboden. Op het eerste onderdeel is de klacht ongegrond verklaard. Aan verzoeker is in 2007 ook al meegedeeld, waarvan een maal per brief op bezwaarschrift, dat de belastingaanslagen over de jaren vóór 2004 onherroepelijk zijn. In 2011 is deze mededeling drie maal mondeling herhaald.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat hij geen correcties kan indienen over de jaren 1998, 1999 en 2000 door de lange duur van de behandeling van de aangiften over de jaren 2001 en 2002.

Oordeel van de commissie3

Niet is gebleken dat de Belastingdienst onzorgvuldig heeft gehandeld.

Voor de lange behandelingsduur van de aangiften over de jaren 2001 en 2002 zijn verontschuldigingen aangeboden.

Er bestaat echter geen oorzakelijk verband tussen de lange behandelingsduur en het niet kunnen indienen van correcties over de jaren 1998, 1999 en 2000. Aan verzoeker is meegedeeld dat de voor het jaar 2003 geaccepteerde kosten niet zonder meer konden worden opgevoerd voor eerdere jaren. De inspecteur van de Belastingdienst is bij het opleggen van de aanslagen uitgegaan van de kosten die verzoeker aannemelijk heeft gemaakt. Er bestond daarmee een geschil over de belastingaanslagen tussen de inspecteur en verzoeker. Voor geschillen over belastingaanslagen staat de weg van bezwaar en beroep open. Aan verzoeker is ook al in 2007 meegedeeld dat de belastingaanslagen over de jaren voor 2004 onherroepelijk zijn, zodat de termijn voor ambtshalve herziening toen al was verstreken. Verzoeker heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Neppérus

De griffier van de commissie,

De Gier


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

2. Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Cörüz (CDA), Smeets (PvdA), Neppérus (voorzitter) (VVD), Van Raak (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Elissen (PVV), Schouw (D66), Taverne (VVD) en de plaatsvervangend leden Biskop (CDA), Klijnsma (PvdA,) Harbers (VVD) en Mulder (VVD).

Naar boven