Klacht
Verzoekster klaagt erover dat de staatssecretaris van Financiën heeft geweigerd om
op grond van de hardheidsclausule ex artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
(AWR) goed te keuren dat over een aan haar opgelegde navorderingsaanslag in inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over het jaar 2007 de berekening van heffingsrente achterwege blijft,
omdat het door haar te betalen bedrag gelijk is aan het bedrag dat haar partner heeft
terugontvangen terwijl aan hem geen heffingsrente wordt vergoed.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Op verzoek van de partner van verzoekster heeft zogenoemde achterwaartse verliesverrekening
plaatsgevonden. Die leidde tot een belastingteruggaaf aan hem. In artikel 309 vierde
lid van de AWR is bepaald dat geen heffingsrente wordt vergoed bij achterwaartse verliesverrekening.
Overwegingen
De wetgever heeft in de zojuist genoemde bepaling een duidelijke keuze gemaakt, omwille
van de eenvoud maar ook omdat de regeling van de achterwaartse verliescompensatie
al in het voordeel van de belastingplichtige is. Het om die reden ook achterwege laten
van heffingsrente indien uit de toepassing van de compensatie een navordering op een
ander ontstaat, is niet wat de wetgever heeft beoogd.
Oordeel van de commissie3
De staatssecretaris heeft terecht geen toepassing gegeven aan de hardheidsclausule,
omdat een en ander geheel volgens de bedoeling van de wetgever is.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Van Dijk