33 030 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 14 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN F. T. TE B.2 BETREFFENDE DUBBELE BELASTINGHEFFING

Vastgesteld 8 maart 2012

Klacht

Verzoeker klaagt erover dat hij in Australië inkomstenbelasting verschuldigd is over zijn Australische pensioen en in Nederland premies verschuldigd is over volksverzekeringen omdat hij in Nederland woont, waardoor hij per saldo veel meer aan heffingen betaalt dan een andere ingezetene van Nederland met een gelijkwaardig inkomen.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoeker is na vele jaren in 2005 uit Australië teruggekeerd in Nederland. Zijn enige bron van inkomsten is een Australisch overheidspensioen. Als gevolg van het verdrag tussen Australië en Nederland ter voorkoming van dubbele belasting wordt dit pensioen geheel betrokken in de heffing van inkomstenbelasting in Australië. Verzoeker is in Nederland geen inkomstenbelasting verschuldigd. Over zijn bruto Australische pensioen is hij, als ingezetene van Nederland, echter wel premies volksverzekeringen verschuldigd, in zijn geval de premies voor de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) . Omdat de Australische belastingheffing echter hoger is dan de Nederlandse, betaalt verzoeker per saldo meer aan heffingen over zijn pensioen dan wanneer dat pensioen geheel in de Nederlandse belastingverheffing zou worden betrokken.

Overwegingen

Verzoeker stelt dat als gevolg van een belangrijk verschil tussen het Australische en het Nederlandse belastingstelsel de toepassing van het belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belasting in zijn geval tot een onredelijke uitkomst leidt, namelijk tot dubbele belastingheffing. In het Australische stelsel wordt namelijk één integraal heffingstarief toegepast terwijl in het Nederlandse stelsel uitdrukkelijk onderscheid wordt gemaakt tussen een heffing(starief) van inkomstenbelasting en een heffing(starief) van premies volksverzekeringen. Verzoeker stelt dat daarom zijn pensioen feitelijk twee keer in premieheffing wordt betrokken. Hij zou het daarom redelijk vinden als zijn pensioen in slechts één van beide landen in de premieheffing wordt betrokken. Omdat Australië een integrale heffing kent, is de zijns inziens meest voor de hand liggende oplossing dat zijn pensioen niet in de Nederlandse premieheffing wordt betrokken.

Een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting is uitsluitend gericht op het verdelen van de heffingsbevoegdheid van belasting. Het ziet niet op de heffing van sociale verzekeringspremies. Het tast ook in geen enkel opzicht de vrijheid aan die elk land heeft om zijn belastingstelsel naar eigen inzicht in te richten.

Verzoeker is in Nederland geen inkomstenbelasting verschuldigd. Wel is hij als ingezetene van Nederland verzekerd tegen ziektekosten. De daarvoor door hem verschuldigde premie wordt op dezelfde wijze berekend als bij alle andere ingezetenen, namelijk als percentage van zijn bruto inkomen. Een vermindering of ontheffing van deze premieplicht omdat zijn inkomen in een ander land aan een inkomstenbelasting is onderworpen die hoger is dan in Nederland, is niet redelijk omdat Nederland dan feitelijk deels het verschil in tarieven zou compenseren. Dat wordt niet door het bedoelde verdrag beoogt noch door enig ander verdrag ter voorkoming van dubbele belasting. Bovendien zou Nederland zijn ingezetenen niet gelijk behandelen, bij wie in alle gevallen de premieberekening voor de volksverzekeringen plaatsvindt over het bruto inkomen.

Oordeel van de commissie3

De commissie erkent dat verzoeker nadelige gevolgen ondervindt van het verschil tussen de heffingsstelsels van Nederland en Australië, maar deelt het standpunt van de staatssecretaris dat de uiterste grens van het belastingverdrag tussen beide landen bereikt is nu verzoeker geen inkomstenbelasting verschuldigd is in Nederland.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Van Dijk


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Cörüz (CDA), Smeets (PvdA), Neppérus, (voorzitter) (VVD), Van Raak (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Elissen (PVV), Schouw (D66), Taverne (VVD) en de plaatsvervangend leden Biskop (CDA), Klijnsma (PvdA,) Harbers (VVD) en Mulder (VVD).

Naar boven