Klacht
Verzoeker klaagt erover dat hij in Australië inkomstenbelasting verschuldigd is over
zijn Australische pensioen en in Nederland premies verschuldigd is over volksverzekeringen
omdat hij in Nederland woont, waardoor hij per saldo veel meer aan heffingen betaalt
dan een andere ingezetene van Nederland met een gelijkwaardig inkomen.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Verzoeker is na vele jaren in 2005 uit Australië teruggekeerd in Nederland. Zijn
enige bron van inkomsten is een Australisch overheidspensioen. Als gevolg van het
verdrag tussen Australië en Nederland ter voorkoming van dubbele belasting wordt dit
pensioen geheel betrokken in de heffing van inkomstenbelasting in Australië. Verzoeker
is in Nederland geen inkomstenbelasting verschuldigd. Over zijn bruto Australische
pensioen is hij, als ingezetene van Nederland, echter wel premies volksverzekeringen
verschuldigd, in zijn geval de premies voor de Algemene wet bijzondere ziektekosten
(AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) . Omdat de Australische belastingheffing echter
hoger is dan de Nederlandse, betaalt verzoeker per saldo meer aan heffingen over zijn
pensioen dan wanneer dat pensioen geheel in de Nederlandse belastingverheffing zou
worden betrokken.
Overwegingen
Verzoeker stelt dat als gevolg van een belangrijk verschil tussen het Australische
en het Nederlandse belastingstelsel de toepassing van het belastingverdrag ter voorkoming
van dubbele belasting in zijn geval tot een onredelijke uitkomst leidt, namelijk tot
dubbele belastingheffing. In het Australische stelsel wordt namelijk één integraal
heffingstarief toegepast terwijl in het Nederlandse stelsel uitdrukkelijk onderscheid
wordt gemaakt tussen een heffing(starief) van inkomstenbelasting en een heffing(starief)
van premies volksverzekeringen. Verzoeker stelt dat daarom zijn pensioen feitelijk
twee keer in premieheffing wordt betrokken. Hij zou het daarom redelijk vinden als
zijn pensioen in slechts één van beide landen in de premieheffing wordt betrokken.
Omdat Australië een integrale heffing kent, is de zijns inziens meest voor de hand
liggende oplossing dat zijn pensioen niet in de Nederlandse premieheffing wordt betrokken.
Een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting is uitsluitend gericht op het verdelen
van de heffingsbevoegdheid van belasting. Het ziet niet op de heffing van sociale
verzekeringspremies. Het tast ook in geen enkel opzicht de vrijheid aan die elk land
heeft om zijn belastingstelsel naar eigen inzicht in te richten.
Verzoeker is in Nederland geen inkomstenbelasting verschuldigd. Wel is hij als ingezetene
van Nederland verzekerd tegen ziektekosten. De daarvoor door hem verschuldigde premie
wordt op dezelfde wijze berekend als bij alle andere ingezetenen, namelijk als percentage
van zijn bruto inkomen. Een vermindering of ontheffing van deze premieplicht omdat
zijn inkomen in een ander land aan een inkomstenbelasting is onderworpen die hoger
is dan in Nederland, is niet redelijk omdat Nederland dan feitelijk deels het verschil
in tarieven zou compenseren. Dat wordt niet door het bedoelde verdrag beoogt noch
door enig ander verdrag ter voorkoming van dubbele belasting. Bovendien zou Nederland
zijn ingezetenen niet gelijk behandelen, bij wie in alle gevallen de premieberekening
voor de volksverzekeringen plaatsvindt over het bruto inkomen.
Oordeel van de commissie3
De commissie erkent dat verzoeker nadelige gevolgen ondervindt van het verschil tussen
de heffingsstelsels van Nederland en Australië, maar deelt het standpunt van de staatssecretaris
dat de uiterste grens van het belastingverdrag tussen beide landen bereikt is nu verzoeker
geen inkomstenbelasting verschuldigd is in Nederland.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Van Dijk