33 024 Wijziging van de Wet op de zorgtoeslag, in verband met de introductie van een vermogenstoets

D NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 23 maart 2012

Met belangstelling heb ik de bijdrage van de leden van de fractie van de SP gelezen. Deze leden hadden nog enkele nadere vragen, waar ik op in ga.

Vermogenstoets

De leden van de SP-fractie onderschrijven de invoering van een vermogenstoets, maar stellen vraagtekens bij de keuze van de grondslag voor de vermogenstoets. Daarbij vraagt de SP-fractie de regering om commentaar op voorbeelden waarin verschillende vermogensbestanddelen verschillend behandeld worden.

Bij de vormgeving van de vermogenstoetsen dient, zoals steeds, een zorgvuldige weging gemaakt te worden tussen enerzijds de wens recht te doen aan specifieke situaties en anderzijds de wens het stelsel eenvoudig en overzichtelijk te houden.

Daarom is destijds bij de totstandkoming van de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen gekozen voor een vermogenstoets die aansluit bij de fiscale grondslag voor de vermogensrendementsheffing in box 3.

Het wetsvoorstel sluit bij deze grondslag aan voor de vermogenstoets in de zorgtoeslag. Dit geldt ook voor de vermogenstoets voor het kindgebonden budget. Hierdoor wordt daar waar mogelijk uniformiteit bereikt die het stelsel eenvoudig en uitvoerbaar houdt.

In de strekking van de bijdrage van de SP-fractie ligt een discussie over de grondslag van box 3 besloten. Het is niet de bedoeling van de regering een dergelijke discussie te entameren.

De leden van de SP-fractie vragen of de regering rekening houdt met gedragseffecten en willen weten hoe groot deze zijn geschat.

De regering denkt dat die gedragseffecten klein zijn door de hoogte van de vermogenstoets en de – ten opzichte van dat vermogen – relatief lage zorgtoeslag. Overigens staat het burgers vrij hun vermogen in te zetten zoals zij willen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers

Naar boven