In het voorstel van wet worden in artikel I de volgende wijzigingen aangebracht:
A
Na onderdeel K wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Ka
In artikel 2.33, eerste lid, onderdeel a, wordt «volzin» telkens vervangen door: lid.
B
Na onderdeel Y wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Ya
In de artikelen 2.129, eerste lid, 2.142a, tweede lid, 2.172, eerste lid, en 2.185, eerste lid, wordt «zoveel» telkens vervangen
door: zo veel.
C
Na onderdeel GG wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
GGa
Paragraaf 2.6.2.3 vervalt.
D
Na onderdeel JJ wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
JJa
Artikel 2.169 komt te luiden:
Artikel 2.169
-
1. Onze Minister kan aan een besluit tot het ter beschikking stellen van gelden op grond van de artikelen 2.167 en 2.168 voorschriften
verbinden.
-
2. De voorschriften hebben geen betrekking op de specifieke inhoud van media-aanbod.
-
3. Onze Minister kan een besluit tot het ter beschikking stellen van gelden intrekken of wijzigen, als de voorschriften niet
worden nageleefd.
E
Na onderdeel WW wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
WWa
In artikel 3.17, eerste lid, onderdeel a, wordt «3.2.3A» vervangen door: 3.2.3a.
Toelichting
Onderdeel A
Deze wijziging is het gevolg van de splitsing van de artikelen 2.25 en 2.26 in twee leden.
Onderdeel C
Voorgesteld wordt de artikelen 2.158 en 2.159 te laten vervallen. De reden hiervan is dat de regering streeft naar vereenvoudiging
en grotere transparantie in de financieringssystematiek. Aan genoemde bepalingen, die de grondslag bieden voor specifieke
doeluitkeringen, blijkt in dat kader minder behoefte.
Onderdeel D
Deze wijziging vloeit voort uit de wijziging in onderdeel C. De inhoud van artikel 2.159 wordt opgenomen in artikel 2.169.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegerthart