33 018 Voorstel van wet van de leden Gesthuizen, Smeets, Blanksma-Van den Heuvel en Van Gent tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek houdende verbetering van de huurbescherming van huurders van bedrijfsruimte

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de huurbescherming van huurders van bedrijfsruimte te verbeteren indien een verhuurder wil overgaan tot renovatie;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 220 wordt als volgt gewijzigd:

1. In lid 5 wordt na de zinsnede «als bedoeld in artikel 233» ingevoegd: of van bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 290.

2. In lid 6 wordt de zinsnede «en woonwagens en standplaatsen als bedoeld in de artikelen 235 en 236» vervangen door: woonwagens en standplaatsen als bedoeld in de artikelen 235 en 236 en bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 290.

B

In artikel 296, lid 1, onderdeel b, wordt de zinsnede «vervreemding van de bedrijfsruimte, maar wel renovatie van de bedrijfsruimte die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is» vervangen door: vervreemding of renovatie van de bedrijfsruimte.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven