33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing van de in deze wetten strafbaar gestelde feiten, alsmede van enkele andere wettelijke voorschriften van strafvorderlijke aard

Nr. 9 DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 28 januari 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel VIIe worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIf

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2010 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) (32 398) tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.4

1. Het openbaar ministerie is belast met het toezicht op de naleving van de voorwaarden inzake de verlening van forensische zorg, gesteld bij of krachtens:

a. artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht;

b. artikel 15a van het Wetboek van Strafrecht;

c. artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht;

d. artikel 38g van het Wetboek van Strafrecht;

e. artikel 38p van het Wetboek van Strafrecht;

f. artikel 80 van het Wetboek van Strafvordering;

g. artikel 167 van het Wetboek van Strafvordering;

h. artikel 13 van de Gratiewet.

2. Onverminderd artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht kan Onze Minister een reclasseringsinstelling als bedoeld in dat artikel, opdracht geven begeleiding te bieden bij en toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden.

3. Indien een voorwaarde niet wordt nageleefd, doet de reclasseringsinstelling daarvan onverwijld mededeling aan het openbaar ministerie.

B

In artikel 2.7 vervallen de onderdelen a en b en worden de onderdelen c tot en met h geletterd a tot en met f.

C

De artikelen 7.13B, 7.13C en 7.13D vervallen.

ARTIKEL VIIg

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 juni 2010 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) (32 398) tot wet is of wordt verheven en artikel 7.1, onderdeel F, van die wet:

a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel VIIg van deze wet, wordt in artikel 37a, vijfde lid, eerste volzin, van het Wetboek van Strafrecht «artikel 38» vervangen door: artikel 38e;

b. gelijktijdig met of later in werking treedt dan artikel VIIg van deze wet, wordt in artikel 7.1, onderdeel F, van de Wet forensische zorg in artikel 37a, vijfde lid, eerste volzin, de zinsnede «artikel 38» vervangen door: artikel 38e.

Toelichting

Deze nota van wijziging betreft in hoofdzaak de juiste verwerking van het amendement van het lid Bouwmeester bij het wetsvoorstel Wet forensische zorg (nr. 12), dat ertoe strekt dat forensische patiënten geen eigen bijdrage bij de forensische zorg betalen. Daartoe heeft het amendement het derde lid van artikel 2.2 van dat wetsvoorstel gewijzigd, zodat dit thans bepaalt dat van de forensische patiënt geen bijdrage in de kosten voor verblijf in een instelling worden kan worden gevraagd. Daarnaast beoogde het amendement de bepalingen inzake het stellen van nadere regels over de gevallen waarin de eigen bijdrage in de zorg wordt geheven en over de vaststelling en de inning van de eigen bijdrage te laten vervallen. Ten tijde van het indienen van het amendement waren deze bepalingen neergelegd in artikel 2.4 van het wetsvoorstel Wet forensische zorg. Bij tweede nota van wijziging bij dat wetsvoorstel heeft echter een vernummering plaatsgevonden, die vervolgens abusievelijk niet is doorgevoerd in het amendement. Als gevolg hiervan zijn niet de door het amendement beoogde bepalingen – na vernummering neergelegd in artikel 2.7, onderdelen a en b – komen te vervallen, maar het vernummerde artikel 2.4, dat ziet op het toezicht op de naleving van de voorwaarden inzake de verlening van forensische zorg. Dit wordt door middel van het voorgestelde artikel VIIf, onderdelen A en B, hersteld.

In onderdeel A is daarbij voorts rekening gehouden met amendement nr. 22 van het lid Straus bij het wetsvoorstel Wet forensische zorg. Dat amendement heeft betrekking op de uitwisseling van gegevens. Als gevolg van dat amendement is het derde lid van artikel 2.4, dat zag op de verstrekking van ten behoeve van het toezicht op de naleving van de voorwaarden noodzakelijke gegevens door de zorgaanbieder aan het openbaar ministerie en de reclassering, komen te vervallen. De verstrekking van die gegevens wordt thans geregeld in artikel 2.6 van het wetsvoorstel Wet forensische zorg en zal op grond van artikel 2.7 verder worden uitgewerkt in het Besluit forensische zorg.

Met betrekking tot onderdeel C geldt dat hetgeen in de daarin genoemde artikelen werd geregeld, geregeld zal worden in de Wet cliëntenrechten zorg.

Artikel VIIg bevat een wijziging van redactionele aard.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven