33 008 Partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 23 januari 2012

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel B, wordt «77w, zevende lid» vervangen door «77w, zesde lid» en wordt «77wa, tweede en derde lid» vervangen door: 77wa, tweede lid.

B

Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:

C

Artikel 77s, zevende lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. wanneer de maatregel voorwaardelijk is geëindigd als bedoeld in het zesde lid en artikel 77t, tweede lid.

C

Artikel I, onderdeel D, komt te luiden:

D

Artikel 77t wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 77t, eerste lid, wordt tussen «eerste volzin» en «telkens» een komma ingevoegd.

2. In het tweede lid wordt na de tweede volzin een volzin ingevoegd, luidende: De rechter geeft in de beslissing tot verlenging van de maatregel aan wanneer de maatregel, behoudens verdere verlenging, onvoorwaardelijk eindigt.

3. In het tweede lid wordt «de maximale duur» vervangen door: de door de rechter vastgestelde duur.

D

Artikel I, onderdeel E, onder 2, komt te luiden:

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Een jaar nadat de maatregel voorwaardelijk is geëindigd als bedoeld in artikel 77s, zesde lid, en artikel 77t, tweede lid, eindigt de maatregel van rechtswege onvoorwaardelijk, tenzij de voorwaardelijke beëindiging wordt verlengd op de wijze als bedoeld in artikel 77tb. In de gevallen waarin de voorwaardelijke beëindiging is verlengd, eindigt de maatregel onvoorwaardelijk nadat de maximale duur van de voorwaardelijke beëindiging is bereikt.

E

In artikel I, onderdeel F, artikel 77tb, vierde lid, tweede volzin, vervalt «maatregel».

F

Artikel I, onderdeel G, vervalt.

G

Tussen «ARTIKEL II» en artikel II, onderdeel A, wordt als opschrift ingevoegd: Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:.

H

In artikel II, onderdeel B, vervalt «van het Wetboek van Strafvordering».

I

In artikel III, onderdeel A, wordt «In artikel 1, onderdeel t,» vervangen door «In onderdeel t» en wordt «In artikel 1, onderdeel dd,» vervangen door: In onderdeel dd.

J

In artikel IV wordt «onderdelen C, E en F» vervangen door: onderdelen C tot en met F.

Toelichting

Deze nota van wijziging ziet op het onvoorwaardelijk einde van de pij-maatregel wanneer de verplichte nazorg naar wens is verlopen. Het wetsvoorstel wil bereiken dat in die gevallen de pij-maatregel ook zonder rechterlijke betrokkenheid tot een einde komt. Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag is uiteengezet, is het in die gevallen niet noodzakelijk om over de nazorg nog een rechterlijk oordeel te verlangen. Met het oog hierop bepaalt het wetsvoorstel onder meer dat de termijn van de maatregel doorloopt in de periode van de voorwaardelijke beëindiging. Een gevolg daarvan is dat de termijn van de maatregel tijdens dit jaar voorwaardelijke beëindiging opgesoupeerd raakt. Zo komt de maatregel, behoudens rechterlijke tussenkomst, een jaar na het voorwaardelijk einde stilzwijgend tot een onvoorwaardelijk einde. Met de hier voorgestelde wijzigingen wordt dit moment nadrukkelijker gemarkeerd. Het voorgestelde artikel 77ta, derde lid, Sr houdt in dat de maatregel een jaar nadat deze voorwaardelijk is geëindigd van rechtswege ook onvoorwaardelijk eindigt, tenzij de rechter deze periode van voorwaardelijke beëindiging verlengt (onderdeel D). De voorgestelde wijzigingen in artikel 77s, zevende lid, onderdeel c, Sr hangen hiermee samen (onderdeel B). Daar wordt bepaald dat de termijn van de maatregel niet doorloopt in de periode van de voorwaardelijke beëindiging. Zo blijft er een titel beschikbaar voor een terugplaatsing of een verlenging van de voorwaardelijke beëindiging, indien de rechter dit noodzakelijk acht in verband met een verantwoorde terugkeer in de samenleving.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om te bepalen dat de rechter in de beslissing tot verlenging van de pij-maatregel aangeeft wat de duur van de verlengde maatregel is (onderdeel C). Bij het opleggen van de maatregel vloeit de duur daarvan voort uit de wet. Deze bedraagt drie jaren. Indien de maatregel wordt verlengd voor een door de rechter te bepalen duur, is het deze termijn waarop de verlengingsbeslissing ziet (artikel 77t, eerste lid, Sr juncto artikel 77s, zesde lid, eerste volzin). Met de hier voorgestelde wijziging wordt bereikt dat over de rechtsgevolgen van deze verlengingsbeslissing geen onduidelijkheid kan bestaan. De rechter geeft de duur van de verlengde maatregel aan. Behoudens verdere verlenging, eindigt ook deze verlengde maatregel voorwaardelijk één jaar voordat de in de verlengingsbeslissing vastgestelde duur van de maatregel is bereikt.

Met onderdeel J ondergaat artikel IV wijziging. Dit artikel regelt reeds dat aan de wijzigingen in de regeling van de voorwaardelijke beëindiging terugwerkende kracht toekomt tot 1 juli 2011. De redactie is in lijn gebracht met de overige aanpassingen in deze nota van wijziging. De overige onderdelen herstellen tenslotte enkele redactionele misslagen.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven