33 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2012

Nr. 143 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2011

Tijdens het wetgevingsoverleg op 19 juli jongstleden over het onderdeel Jeugdzorg van de begrotingen VWS en VenJ 2012 heb ik toegezegd uw Kamer op 20 december vóór de stemmingen mijn reactie te doen toekomen op twee ingediende amendementen. Met deze brief geef ik gevolg aan deze toezegging.

In reactie op het amendement van de leden Kooiman en Arib (33 000 XVI, nr. 101) over het Kinder- en Jeugd Trauma Centrum (KJTC) te Haarlem het volgende. Dit centrum heeft een speciale pilotfunctie in de zin dat de nieuwe aanpak tot nauwe samenwerking tussen de medische wereld, jeugdzorg en justitie moet leiden. Om meer inzicht te krijgen in de meerwaarde van deze multidisciplinaire aanpak ga ik deze toetsen. Hierbij sluit ik aan bij het advies van de Gezondheidsraad.

Tijdens het algemeen overleg kindermishandeling op 15 december jongstleden is hier uitvoerig bij stilgestaan. In het kamerdebat bleek dat het contract van het KJTC met de zorgverzekeraar ter discussie staat. Dit zou door de beperking van het pakket van de Zorgverzekeringswet veroorzaakt worden. Vanaf 1 januari 2012 wordt de behandeling van aanpassingsstoornissen niet meer tot het basispakket gerekend.

De kennis over en diagnose van een «posttraumatische stressstoornis» is de afgelopen jaren gegroeid. Dat betekent dat voor slachtoffers van mishandeling met relatief zware psychische problemen de diagnose «posttraumatische stressstoornis» passend kan zijn. Naar ik begrepen heb is ook het KJTC deze mening toegedaan. Het KJTC verwacht echter dat de zorgverzekeraar onvoldoende zorg op dit terrein bij het KJTC inkoopt.

Ik heb tijdens het algemeen overleg gewezen op de verantwoordelijkheden van de zorgverzekeraar en van de zorgaanbieder om voldoende verantwoorde zorg te leveren. Ik heb aangegeven dat ik contact op zal nemen met de zorgverzekeraar om te horen hoe die kijkt naar het leveren van verantwoorde zorg voor mishandelde kinderen. Ik heb toegezegd uw Kamer vóór het kerstreces met een brief te informeren en ben nu bezig met het uitvoeren van deze toezegging.

Het amendement ontraad ik omdat het treedt in de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar. Verder doorkruist het het beleid van de minister van VWS ten aanzien van de ggz. Voorts is de dekking van het amendement niet deugdelijk: de budgetflexibiliteit van artikel 45 laat een ombuiging van deze grootte niet toe. De beleidsuitgaven op dit artikel zijn voor het overgrote deel vastgelegd in de vorm van bestuurlijke afspraken en verplichtingen.

In reactie op het amendement van de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Ortega-Martijn (33 000 XVI, nr. 103) over expertise op het gebied van de aanpak kindermishandeling in Caribisch Nederland het volgende.

Met de indieners van het amendement deel ik het belang van kennisbevordering op het terrein van kindermishandeling. Binnenkort wordt met het Nederlands Jeugdinstituut bekeken wat nodig is om kindermishandeling in Caribisch Nederland tegen te gaan. In de benodigde middelen, ook voor kennisoverdracht, is voorzien binnen het bestaande budget van 4,3 miljoen euro voor jeugdzorg in Caribisch Nederland.

Het uittrekken van extra budget voor Caribisch Nederland is daarom niet nodig. Ik ontraad het amendement dus.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven