33 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2012

Nr. 145 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN

Ontvangen 19 december 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met  € 39 000 (x € 1 000).

II

In artikel 18 Natuur en regio worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met  € 39 000 (x € 1 000).

Toelichting

Dit amendement maakt samen met de amendementen Kamerstukken II, 33 000 XIII, nrs. 146 en 147, 97 miljoen beschikbaar voor natuurbeheer. Dit geld is exclusief bedoeld voor onderhoud van natuur teneinde te voorkomen dat de daar bestaande natuurwaarden achteruitgaan. Tevens beogen deze amendementen te voorkomen dat deze gebieden niet meer toegankelijk zijn voor wandelaars, spelende kinderen en andere groepen gebruikers omdat bijvoorbeeld speeltuinen en wandelpaden niet meer onderhouden worden. 84 Miljoen is nodig om de missende financiering van het concept deelakkoord decentralisatie natuur aan te vullen. 13 miljoen (gedekt uit 16.5) is nodig voor beheer van bestaande natuur buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Deze laatste categorie bestaat veelal uit populaire bestaande natuurgebieden en recreatienatuur zoals het Balij en Bieslandse bos (jaarlijks 900 000 bezoeken) en bos Nieuw Wulven bij Houten. Binnen Europese en internationale verdragen heeft Nederland zich gecommitteerd om het uitsterven van dieren en plantensoorten tegen te gaan. De Europese vogel en habitatrichtlijn verplicht landen om soorten en hun habitat te beschermen. De richtlijn is vertaald in Nederlandse wetgeving in de Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en faunawet. De richtlijn bevat een verbod op verslechtering van de natuurkwaliteit. Een land is verplicht om passende maatregelen te nemen bij achteruitgang van beschermde leefgebieden. Mochten deze maatregelen niet genomen worden dan kunnen boetes volgen. Het Planbureau voor de leefomgeving heeft voorgerekend dat met het decentralisatieakkoord natuur, een versnelde achteruitgang van de natuur reëel is, er niet wordt voldaan aan de korte termijn verplichting en de internationale doelen voor lange termijn buiten bereik raken. Uit het oogpunt van het voldoen aan internationale afspraken is het dus een «must» om ten minste het beheer van bestaande gebieden te regelen zodat aangetoond kan worden dat adequate maatregelen genomen zijn om verslechtering tegen te gaan. Voorts is er een met algemene stemmen aangenomen Kamermotie nr. 32 417 nr. 31 die verzoekt om te voorkomen dat de kwaliteit van beheer van bestaande natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur achteruitgaat. Voorts vraagt het verdrag van Bern inzake het behoud van in het wild voorkomende dier- en plantensoorten en de daarbij behorende grensoverschrijdende natuurlijke leefmilieus, passende en noodzakelijke maatregelen in de vorm van wetten en voorschriften om de leefmilieus van de in het wild voorkomende dier- en plantensoorten te bescherm, dus ongeacht of ze zich binnen of buiten de Ecologische Hoofdstructuur bevinden. Om deze redenen acht de indiener het raadzaam om beheer van bestaande gebieden te verzekeren. In het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur staat dat er 186 miljoen beschikbaar is voor 2014 waarvan 100 miljoen van de Rijksoverheid, en 86 miljoen van de provincies. Volgens onderliggende berekeningen is er 270 miljoen nodig. Ergo er is een tekort van 84 miljoen. Daarnaast is 13 miljoen nodig voor beheer van bestaande natuurgebieden.

De dekking voor de benodigde 97 miljoen wordt gevonden in budgetflexibiliteit van de artikelen 16, 18.1 en 18.2. Dit amendement zet 39 miljoen in van de beschikbare budgetflexibiliteit van artikel 16, die totaal 48 miljoen bedraagt.

Van Gerven

Naar boven