33 000 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2012

Nr. 134 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 juni 2012

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de brief van 14 mei 2012 inzake het meerjarenplan 2012–2016 van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het jaarverslag 2011 van de voormalige Inspectie Verkeer en Waterstaat en de VROM-Inspectie (Kamerstuk 33 000 XII, nr. 131).

De minister en de staatssecretaris hebben deze vragen beantwoord bij brief 12 juni 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Snijder-Hazelhoff

De griffier van de commissie, Sneep

1

  • a. Hoe kan het dat op een enkel onderdeel na sprake is van een realisatie, die substantieel lager is dan de planning?

  • b. Als zelfs het aantal telefoontjes, e-mails en brieven 36% lager is dan gepland, waarom is het aantal fte slechts met 80 fte oftewel met slechts 6% gedaald?

De realisatie is lager door een aantal factoren. Ten eerste is de bezetting in 2011 sterker afgenomen dan voorzien, dit heeft op onderdelen tot een tekort aan capaciteit geleid met een direct effect op de productie. Daarnaast is er minder capaciteit beschikbaar geweest door de voorbereiding op nieuwe taken, zoals de nieuwe Binnenvaartwet. Tot slot heeft ook de fusie van de IVW en de VROM inspectie een effect gehad op inzet.

Er is geen oorzakelijk verband tussen de daling van het aantal telefoontjes, e-mails en brieven en de afname van de bezetting van de totale ILT.  De daling van het aantal fte’s in 2011 heeft betrekking op alle medewerkers binnen de inspectie; slechts een zeer beperkt deel van de medewerkers houdt zich bezig met het beantwoorden van telefoon, e-mail en brieven. Het aantal telefoontjes, e-mails en burgerbrieven kent door de jaren heen fluctuaties in aantallen, die beperkte gevolgen hebben voor de toe- of afname van het aantal medewerkers. Het overgrote deel van de organisatie houdt zich bezig met de activiteiten toezicht en vergunningverlening.

2

  • a. Waarom wordt het resterende deel van de «Ruttetaakstelling van 10%» van nog 70 fte, oftewel 6%, uitgesmeerd over de jaren 2013–2016?

  • b. Waarom wordt, gezien het natuurlijk verloop, deze taakstelling niet in 2 jaar gerealiseerd, namelijk in 2012 en 2013?

a. en b. De taakstelling van het kabinet Rutte loopt tot en met 2018. De inspectie wil vooral besparen op staf en overhead om het primaire proces te ontzien. Dit streven is op een korte termijn niet haalbaar.

Naar boven