33 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2012

Nr. 92 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 juni 2012

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 27 april 2012 inzake het vertrek van de Amerikaanse eenheid uit Capelle aan den IJssel (kamerstuk 33 000 X, nr. 82).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 22 juni 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van Beek

De griffier van de commissie, Roovers

1, 3 en 4

Heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie op enig moment vóór 27 april 2012 contact opgenomen met het Nederlandse ministerie van Defensie of de gemeente Rotterdam om het voornemen geen gebruik te maken van de aangeboden locatie in Rotterdam kenbaar te maken?

Hebben er op initiatief van het Nederlandse ministerie van Defensie onderhandelingen met de Amerikanen plaatsgevonden om te trachten de verplaatsing naar Rotterdam zeker te stellen? Zo ja, waarop zijn deze onderhandelingen vastgelopen? Zo nee, waarom niet?

Hoe beoordeelt u het feit dat het Amerikaanse ministerie van Defensie de gemeente Rotterdam, als derde betrokkenen bij het gesloten contract, niet heeft geïnformeerd over de beslissing geen gebruik te maken van de locatie in Rotterdam?

Defensie is 21 april 2011 geïnformeerd over het vertrek van de Amerikaanse transport coördinatie-eenheid uit Nederland. Ik heb de Kamer daarover geïnformeerd op 27 april 2011 (Kamerstuk 32 500 X, nr. 98). Op 27 april is ook de gemeente Rotterdam geïnformeerd door de Amerikaanse ambassade. Kort na deze mededeling meldde de ambassade dat het besluit over het vertrek nog niet was bekrachtigd door het Amerikaanse ministerie van Defensie.

Op 27 april 2012 werd het definitieve vertrek mondeling bevestigd door de ambassade. Zoals ik schreef in mijn brief van 27 april 2012 (Kamerstuk 33 000 X, nr.  82) was dit voor Defensie een onaangename verrassing. Tussen 21 april 2011 en 27 april 2012 hebben mijn ministerie en de Amerikaanse ambassade regelmatig contact gehad. Defensie heeft daarbij steeds uitgedragen dat de locatie in Rotterdam naast de Van Ghentkazerne ter beschikking zou worden gesteld en dat de toezegging om vanuit de Van Ghentkazerne zorg te dragen voor de beveiliging, gestand zou worden gedaan. Ik heb laten weten belang te hechten aan het behoud van Amerikaanse militaire aanwezigheid in Nederland. De Amerikanen hebben om doelmatigheidsredenen toch gekozen voor verplaatsing naar Duitsland. Het definitieve besluit heeft op zich laten wachten omdat het samenhing met een breder besluit van het Amerikaanse ministerie van Defensie over de bezuinigingen en de herziening van het aantal Amerikaanse bases in Europa.

Ik ga niet over de contacten tussen de ambassade en de gemeente Rotterdam. Defensie heeft steeds geprobeerd de gemeente zo goed mogelijk op de hoogte te houden van haar contacten met de ambassade.

2

Hoeveel lager zijn de kosten voor het verplaatsen naar de eenheid naar Duitsland in vergelijking met verplaatsing naar Rotterdam?

Navraag bij de Amerikaanse ambassade leert dat de verhuizing van de eenheid initieel een investering vereist. De verwachting van de Amerikaanse overheid is dat na vijf jaar een besparing van ongeveer $ 2,8 miljoen per jaar kan worden bereikt. Defensie kan geen uitspraak doen over de juistheid van deze inschatting.

5 en 7

Wat zijn de consequenties voor de Nederlandse economie in het algemeen, en voor Rotterdam in het bijzonder, van de Amerikaanse beslissing de eenheid niet naar Rotterdam te verplaatsen?

Hoeveel banen gaan er in totaal verloren – inclusief de banen buiten het ministerie van Defensie – vanwege het feit dat de Amerikaanse eenheid niet in Rotterdam wordt geplaatst?

Het is voor Defensie niet mogelijk vast te stellen wat de consequenties zijn voor de Nederlandse economie. De Amerikaanse eenheid is een klant van de Rotterdamse haven en zorgt dus voor werkgelegenheid voor Nederland en in het bijzonder voor de regio Rotterdam. De gemeente Rotterdam heeft desgevraagd laten weten de Amerikaanse bestedingen in de Rotterdamse regio, onder meer voor lading, overslag, huur van gebouwen en huisvesting voor personeel, als significant te bestempelen. De gemeente kan echter geen concreet bedrag of verlies van aantal banen koppelen aan het vertrek. Zoals gemeld op 9 augustus 2011 in antwoord op vragen van de leden Ten Broeke en Harbers over het vertrek van het Amerikaanse leger uit Rotterdam (Vergaderjaar 2010–2011, Aanhangselnummer 3258) is het Defensie niet bekend welk effect de verhuizing van de Amerikaanse eenheid heeft op toeleveranciers.

Van het Nederlandse burgerpersoneel op de locatie in Capelle aan den IJssel zijn 86 mensen in dienst van Defensie. De mogelijkheid bestaat nog dat een deel van hun functies wordt gehandhaafd voor de havenoverslag van materieel en goederen in Rotterdam. Het streven is erop gericht het personeel dat overtollig wordt zoveel mogelijk naar ander werk te begeleiden, zowel bij Defensie als daarbuiten.

6

Is bekend naar welke locatie in Duitsland de Amerikaanse eenheid zal worden verplaatst?

De eenheid zal worden verplaatst naar de Amerikaanse basis in Sembach bij Kaiserslautern.

Naar boven