33 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2011

Op dinsdag 6 december 2011 heeft het lid Arib (PvdA) van uw Kamer om een brief gevraagd (Handelingen II 2011/12, nr. 32, Regeling van werkzaamheden) over de uitnodiging van de As-Soenah moskee aan een omstreden imam. Tevens heeft het lid Arib gevraagd om de schriftelijke vragen over dit onderwerp gesteld op 6 december 2011 aan de ministers van Veiligheid en Justitie en Buitenlandse Zaken, uiterlijk 7 december 2011 te beantwoorden. Hierbij voldoe ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, aan beide verzoeken. De beantwoording van de vragen is als bijlage bijgevoegd (Aanhangsel Handelingen 2011/12, nr. 838).

Vanzelfsprekend keur ik oproepen als in de vragen bedoeld, indien zo gedaan, ten zeerste af. Voor zover mij nu bekend, heeft betrokkene nog geen visumaanvraag ingediend. Het is niet uit te sluiten dat hij reeds in het bezit is van een visum afkomstig van een andere Schengenpartner, bijvoorbeeld een multiple entry visum. Dat wordt op dit moment onderzocht in samenwerking met de Schengenpartners. Een eventuele visumaanvraag zal aan de hand van alle dan bekende feiten en omstandigheden worden beoordeeld. Visumweigering behoort vanzelfsprekend tot de mogelijkheden als die feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven