33 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

Nr. 25 MOTIE VAN HET LID MARCOUCH C.S.

Voorgesteld 2 november 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de aangiftebereidheid onder slachtoffers van haatcriminaliteit te laag is, terwijl het voor de bestrijding van haatcriminaliteit cruciaal is dat meteen aangifte gedaan wordt bij de politie;

constaterende, dat de verdachten meestal bekenden zijn, zoals collega's, klas- of buurtgenoten, waardoor de kans op vergelding na een aangifte zeer hoog is;

constaterende, dat door de politie onvoldoende onderkend wordt dat het pesten en treiteren van bijvoorbeeld LHBT-personen zorgt voor een ernstige wijze van vrijheidsberoving, waardoor mensen zichzelf niet authentiek kunnen gedragen op straat, hun huis niet uitdurven of geen bezoek meer durven ontvangen;

constaterende, dat de lage pakkans voor daders van haatcriminaliteit de aangiftebereidheid negatief beïnvloedt, terwijl zeer effectieve opsporingsmethoden, zoals lokagenten of intensief cameratoezicht, onvoldoende benut worden;

constaterende, dat het dus in handen van de overheid ligt om de aangiftebereidheid voor deze ernstige vrijheidsberovende haatcriminaliteit te vergroten;

verzoekt de regering de aangiftebereidheid van slachtoffers van haatcriminaliteit te vergroten door het anoniem doen van aangifte echt overal mogelijk te maken en door bij de politie de kennis van haatcriminaliteit te vergroten zodat de ernst van het misdrijf meteen onderkend wordt en de meest effectieve opsporingsmiddelen worden ingezet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Marcouch

Van Raak

Berndsen

Dibi

Van der Staaij

Çörüz

Naar boven