33 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

Nr. 112 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2012

In het vragenuur van 12 juni jongstleden (Handelingen II 2011/12, nr. 94, Vragenuur) heeft het lid Gesthuizen (SP) vragen gesteld over het functioneren van de Stichting Beheer en Toezicht inzake seksueel misbruik in de RK Kerk (verder genoemd de Stichting Beheer en Toezicht) naar aanleiding van het persbericht van de Stichting KLOKK waarin Stichting KLOKK het bestuurlijk overleg met de Stichting Beheer en Toezicht opschort.

Ik heb u daarop toegezegd de opmerkingen van de Stichting KLOKK en van de Gesthuizen en (beiden SP) Van Bommel over het functioneren van de Stichting Beheer en Toezicht na te gaan, te bespreken met de heer Deetman en met mevrouw Peijs (in haar rol als voorzitter van de Stichting Beheer en Toezicht) en de Kamer op de hoogte te stellen van mijn conclusies.

Ter voorbereiding op mijn overleg met mevrouw Peijs is overleg gevoerd met de Stichting KLOKK. Omdat de klachten van de Stichting KLOKK nadrukkelijk niet de commissie Deetman betreffen, is afgezien van een overleg met de heer Deetman.

De Stichting Beheer en Toezicht en de Stichting KLOKK staan voor de complexe opgave slachtoffers van seksueel misbruik in de RK Kerk te ondersteunen en hulp te bieden. Voor deze opgave bestaat geen blauwdruk. Gaandeweg moeten beide Stichtingen zich hun rol eigen maken en geven zij vorm aan hun samenwerking. Onderling vertrouwen is hierbij noodzakelijk. Dit vertrouwen moet groeien en vraagt voortdurende inzet en aandacht van beide partijen.

Uit het gesprek met mevrouw Peijs maak ik op dat door de Stichting Beheer en Toezicht belangrijke stappen zijn gezet om het onderling vertrouwen te verstevigen. Ik heb dit beeld geverifieerd bij de Stichting KLOKK.

Vertrouwen, communicatie en afstemming zijn onderwerp van gesprek in het opnieuw gestarte bestuurlijk overleg tussen de Stichting Beheer en Toezicht en de Stichting KLOKK. Hierbij is de afspraak gemaakt dat wanneer zaken stagneren mevrouw Peijs hierop rechtstreeks aanspreekbaar is voor de Stichting KLOKK.

De Stichting Beheer en Toezicht en de Stichting KLOKK zijn met elkaar in gesprek over de compensatieregeling en mogelijke verbeteringen daarin waarbij ook een alternatief voor het ontbreken van de beroepsmogelijkheid zal worden besproken. De Stichting Beheer en Toezicht heeft maatregelen genomen om doorlooptijden te verkorten zodat slachtoffers zo min mogelijk worden belast.

De onduidelijkheid die was ontstaan rondom een persoon die door de Stichting KLOKK bij het bestuur van de Stichting Beheer en Toezicht was geïntroduceerd, is opgelost. De Stichting Beheer en Toezicht is met deze kandidaat tot overeenstemming gekomen over diens inzet voor kwaliteitsverbetering van de hulpverlening voor slachtoffers van seksueel misbruik.

Samen met de Stichting KLOKK zal de Stichting Beheer en Toezicht deelnemen aan de Contactgroep die is ingesteld door de Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen zodat zaken gezamenlijk worden besproken met in achtneming van ieders rol en verantwoordelijkheid en zonder de onafhankelijkheid van partijen aan te tasten.

Met bovenstaande ontwikkelingen is een herstart gemaakt in de samenwerking tussen Stichting Beheer en Toezicht en de Stichting KLOKK. Ik ben van mening dat er bovendien randvoorwaarden zijn gecreëerd waarmee een herhaling van de ontstane situatie kan worden voorkomen. Het is nu zaak beide Stichtingen in de gelegenheid te stellen hun bijdragen aan een constructieve samenwerking verder te laten ontwikkelen.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven