33 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2012

In de regeling van werkzaamheden van 15 mei 2012 heeft uw Kamer verzocht om de stand van zaken met betrekking tot een tweetal toezeggingen gedaan tijdens het AO sekten op 7 september 2011 (Kamerstuk 32 500 VI, nr. 123). Graag licht ik toe hoe ik aan deze toezeggingen uitvoering geef.

Allereerst heb ik een WODC-onderzoek toegezegd naar sekten en misstanden daarbinnen in Nederland, waarbij ook naar de aanpak in andere landen wordt gekeken. Aan de hand van dit onderzoek zal worden bezien of het huidig beleid ten aanzien van sekten bijstelling behoefd. Dit onderzoek is opgenomen in het WODC onderzoeksprogramma voor 2012. De startnotitie is uitgewerkt en een drietal onderzoeksinstellingen is verzocht om een offerte uit te brengen. Komende maand zal uit de offertes een keuze worden gemaakt en zal het onderzoek van start gaan. Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van het onderzoek.

Voorts heb ik toegezegd te bezien of er behoefte is aan een centraal verwijzingsloket dat slachtoffers van misstanden bij sekten met de juiste instanties in contact kan brengen. Gekozen is voor het opzetten van een vertrouwenslijn sekten. Deze zal worden verzorgd door de Stichting M. Voorzien wordt in de mogelijkheid voor (ex-)sekteleden, maar ook anderen, om anoniem contact op te nemen met de vertrouwenslijn. Afhankelijk van de inhoud van het gesprek kan indien nodig worden geadviseerd om van misstanden aangifte te doen of deze anoniem te melden. Ook is denkbaar dat geadviseerd wordt om contact op te nemen met hulpverlenende instanties. Inzet is om in de tweede helft van dit jaar met de vertrouwenslijn sekten te starten.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven