33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012

Nr. 80 MOTIE VAN HET LID ORMEL C.S.

Voorgesteld 24 november 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de positie van religieuze minderheden wereldwijd in toenemende mate onder druk staat;

constaterende, dat onder andere de situatie van de kopten in Egypte, de christenen in Syrië en Irak, de Papoea's in Indonesië, de monniken in Tibet en de soefi- en bahai-gemeenschap in Iran, het belang tonen van blijvende aandacht voor de vrijheid van religie;

overwegende, dat mensenrechten een van de drie pijlers is waarop het buitenlandbeleid van deze regering steunt;

verzoekt de regering een zichtbare agenda te blijven voeren ten aanzien van religieuze minderheden en zich in EU-verband sterk te maken voor krachtig gezamenlijk beleid, daar waar deze minderheden worden onderdrukt en bedreigd;

verzoekt de regering tevens in ieder contact met deze landen de vrijheid van godsdienst en de bescherming van religieuze plaatsen als belangrijke voorwaarde voor verdere samenwerking te beschouwen en te benoemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ormel

Van der Staaij

Voordewind

Naar boven