33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012

Nr. 16 MOTIE VAN DE LEDEN TIMMERMANS EN PETERS

Voorgesteld 10 november 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat een recent rapport van het International Atoomagentschap, IAEA, melding maakt van aanwijzingen dat Iran nog steeds werkt aan de ontwikkeling van een nucleair wapen;

constaterende, dat naar aanleiding van deze verontrustende berichten onder andere Frankrijk en de Verenigde Staten te kennen hebben gegeven zwaardere sancties tegen het Iraanse regime te willen instellen;

van oordeel, dat Nederland zich bij het streven naar zwaardere sancties moet aansluiten;

constaterende, dat er nog voldoende ruimte is om de sancties tegen Iran te verzwaren zonder dat het dreigen met een militaire interventie nodig is;

van oordeel, dat militair ingrijpen nooit geheel kan worden uitgesloten, maar op dit moment contraproductief zou werken en desastreuze gevolgen kan hebben voor de situatie van de oppositie in Iran, voor de stabiliteit en veiligheid in de wijdere regio en voor de internationale veiligheid;

verzoekt de regering ondubbelzinnig afstand te nemen van iedere suggestie dat preventief militair ingrijpen jegens Iran nu nodig of wenselijk is en zich tegen iedere stap te verzetten die mogelijk in NAVO- of EU-verband in die richting zou worden gezet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Timmermans

Peters

Naar boven