33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012

Nr. 136 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2012

Van 5 tot en met 22 december jl. vond in Genève onder Nederlands voorzitterschap de Zevende Toetsingsconferentie van het Biologische en Toxine Wapenverdrag (BTWC) plaats. Het BTWC, dat in 1975 in werking is getreden en waarbij 165 landen partij zijn, verbiedt gebruik, opslag en ontwikkeling van biologische en toxine wapens. Het BTWC was het eerste multilaterale ontwapeningsverdrag dat de productie en het gebruik van een gehele categorie wapens verbood en nog steeds is het verdrag één van de hoekstenen van de multilaterale non-proliferatie en ontwapeningsarchitectuur. Met deze brief informeer ik u over de uitkomst van de Toetsingsconferentie.

Nederlandse rol

Tegengaan van de proliferatie van massavernietigingswapens is een van de prioriteiten van het Nederlands buitenlands beleid. Nederland heeft internationaal een sterke reputatie op dit gebied en hierop veel expertise ontwikkeld. Om deze expertise in dienst te stellen van de internationale gemeenschap, heeft Nederland zich in 2010 kandidaat gesteld voor het voorzitterschap van de Zevende Toetsingsconferentie van het BTWC. In april 2011 werd de Nederlandse Ontwapeningsambassadeur met consensus gekozen tot voorzitter.

Om het belang dat Nederland hechtte aan een succesvolle Toetsingsconferentie te onderstrepen, sprak ik op 7 december jl. de conferentie toe. In mijn toespraak heb ik gewaarschuwd voor het toenemende gevaar dat biologische wapens in handen komen van terroristen, rogue states en criminele netwerken. Om dit gevaar het hoofd te bieden heb ik opgeroepen tot versterking van het BTWC en tot intensievere internationale samenwerking.

Uitkomst

Met de afspraken die zijn vastgelegd in het slotdocument, streven statenpartijen ernaar dat het BTWC een relevant instrument blijft en dat het effectief kan reageren op wetenschappelijke, technologische en politieke ontwikkelingen.

In het slotdocument is onder meer een nieuw werkprogramma vastgelegd, dat uiteenzet hoe de partijen bij het verdrag hun werk vorm zullen geven tot aan de volgende Toetsingsconferentie in 2016. De nieuwe werkwijze zorgt ervoor dat de statenpartijen hun aandacht beter kunnen concentreren op de belangrijkste onderwerpen. Er zijn drie onderwerpen die vanaf nu structureel op de agenda zullen staan:

  • Ontwikkelingen op het gebied van wetenschap en technologie

  • Internationale samenwerking en assistentie

  • Verbetering van nationale implementatie

Ook is gewerkt aan het versterken van het vertrouwen tussen de BTWC-staten. Rapportageformulieren waarmee staten inzage geven in waar met welke ziekteverwekkers wordt gewerkt, zijn voor het eerst sinds 1991 geüpdatet om de rapportages relevanter en simpeler te maken. In de komende jaren zal worden gekeken hoe meer statenpartijen ertoe kunnen worden bewogen deze rapportages in te vullen.

Daarnaast zijn stappen gezet om de samenwerking tussen statenpartijen te verbeteren. Hiertoe wordt een database ingericht waarin staten kunnen aangeven welke hulp ze zoeken en/of aanbieden aan anderen. Het beheer van deze database is belegd bij de Implementation Support Unit (ISU) van het BTWC, waarvan het mandaat werd verlengd. Verschillende landen pleitten voor een uitbreiding van deze ondersteunende eenheid vanwege de grote werklast. Door financiële beperkingen bij enkele landen bleek dit niet mogelijk.

Het aantal staten dat partij is bij het BTWC is beperkt in vergelijking met bijvoorbeeld het chemische wapenverdrag. Momenteel zijn 165 staten partij bij het verdrag. Afgesproken is dat statenpartijen in de komende periode landen die nog geen statenpartij zijn bij het BTWC, blijven aansporen het verdrag te tekenen en te ratificeren.

Verschil van inzicht

Tijdens de Toetsingsconferentie kon geen overeenstemming worden bereikt over het toekennen van beslissingsbevoegdheid aan de jaarlijkse vergaderingen van statenpartijen. Met deze bevoegdheid zouden statenpartijen sneller kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen. Met name India, Pakistan, China, Rusland en Iran wilden vasthouden aan de huidige praktijk waarin deze bevoegdheid is voorbehouden aan de vijfjaarlijkse Toetsingsconferentie.

Ook bleek het niet mogelijk afspraken te maken over verificatie. In 2001 zijn de onderhandelingen over een verificatieprotocol voor het BTWC door de VS een halt toegeroepen. De VS gaf in de aanloop naar en tijdens de Toetsingsconferentie aan de discussie over een verificatieprotocol niet te willen heropenen. De VS acht de risico’s van een dergelijk protocol voor veiligheidsbelangen en commerciële belangen te groot.

Nederlandse inzet

De Nederlandse inzet tijdens de Toetsingsconferentie was erop gericht partijen bij elkaar te brengen en tot een aanvaardbaar compromis te komen. Vanwege de Nederlandse voorzittersrol verliep de nationale inbreng via de EU, gebaseerd op het Raadsbesluit voor de Toetsingsconferentie (doc.nr 2011/429/CFSP). In dit besluit gaven de Europese lidstaten aan tijdens de conferentie prioriteit te leggen bij het versterken van het vertrouwen tussen statenpartijen, het ondersteunen van betere nationale implementatie van het BTWC en streven naar universaliteit van het verdrag. Op al deze onderwerpen zijn tijdens de Toetsingsconferentie stappen vooruit gezet.

De intensieve voorbereiding van deze Toetsingsconferentie door het Nederlandse voorzitterschap en de actieve betrokkenheid tijdens de conferentie, hebben aan een coöperatieve sfeer bijgedragen. Het slotdocument werd na afloop van de conferentie door vrijwel alle deelnemende landen gekwalificeerd als het hoogst haalbare compromis, waarmee het BTWC-regime is versterkt.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Naar boven