33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012

Nr. 110 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2011

Tijdens het wetgevingsoverleg over de begroting voor ontwikkelingssamenwerking op 21 november jl. bleek dat nadere toelichting nodig is op de middelen die ik heb gereserveerd voor het speerpunt SRGR en het thema gender in de begroting van 2012. Op deze thema’s werden ook verschillende amendementen ingediend. Hierbij doe ik mijn toezegging gestand om de Kamer nog vóór de begrotingsbehandeling schriftelijk nader te informeren.

SRGR

In de ontwerpbegroting 2012 werd aanvankelijk uitgegaan van een totaal beschikbaar bedrag van EUR 372 miljoen voor artikel 5.4, waarop de uitgaven aan de thema’s SRGR, hiv/aids en gezondheid zijn samengebracht. Vlak voor Prinsjesdag werd ik echter geconfronteerd met een neerwaartse BNP-bijstelling van structureel ruim EUR 100 miljoen. Ik heb er toen voor gekozen om een deel van die korting, nl. EUR 35 miljoen, ten laste te brengen van artikel 5.4. Het was daarbij niet mijn bedoeling om dit artikel structureel of onevenredig te korten. De korting werd als het ware geparkeerd in de begroting, om later – op basis van de plannen van de ambassades en directies die momenteel worden beoordeeld – te besluiten over de daadwerkelijke invulling hiervan.

De begroting van 2012 liet binnen dit artikel, ondanks deze korting, nog steeds een stijging zien op SRGR van EUR 3 miljoen ten opzichte van de uitgaven in 2011. Zoals ik al aangaf in de antwoorden op Kamervragen van Mw. Hachchi zou ik daarnaast onderzoeken of ik dit bedrag nog verder kon verhogen. Dat heb ik inmiddels gedaan en ik kan u melden dat het me gelukt is de bovengenoemde verlaging van EUR 35 miljoen ongedaan te maken door in 2011 EUR 35 miljoen extra te betalen aan het Global Fund en GAVI. Dat bedrag hoef ik dus in 2012 niet meer te betalen, waardoor ruimte ontstaat voor een extra intensivering op SRGR binnen dit artikel. De plannen van de ambassades en directies laten zien dat intensivering op SRGS ook realistisch is. Ik wil daarom ook het amendement van De Caluwé en Ferrier (33 000 V, nr. 32) overnemen. De dekking bij dit amendement past het best in het nieuwe beleid. Dat betekent dat ik de andere amendementen (33 000 V, nrs. 23, 30 en 33) moet ontraden, maar impliceert dus wel dat ik in de geest daarvan wil handelen. De concrete invulling van mijn beleid ten aanzien van SRGR zal ik, zoals aangekondigd, toelichten in een brief die u begin 2012 toe zal gaan.

Gender

Ten aanzien van het thema gender bleek enige onduidelijkheid te bestaan over de invulling van het amendement Hachchi-El Fassed van vorig jaar, om het genderbudget te verhogen van EUR 37 miljoen naar EUR 42 miljoen. Graag benadruk ik dat dit amendement volledig is gerealiseerd. Ik heb uw Kamer hierover geïnformeerd per brief van 6 juni 2011. De extra middelen zijn ingezet voor een optopping van het MDG-3 fonds. In de begroting van 2012 is EUR 42 miljoen voor gender echter over twee artikelen verdeeld: EUR 39 miljoen op artikel 5.3 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen, en EUR 3 miljoen op artikel 5.2 Versterking van het maatschappelijk middenveld. Reden hiervan is het feit dat alle MFS-uitgaven centraal zijn samengebracht op artikel 5.2. De Child Rights Alliance begroot jaarlijks minimaal EUR 3 miljoen voor activiteiten op het gebied van gender. Kortom, er wordt in 2012 niet bezuinigd op gender.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Naar boven