33 000 IXB Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 3 oktober 2010

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Dezentjé Hamming-Bleumink

De griffier van de commissie,

Berck

1

Is het kabinet bekend met verschillende onderzoeken waaruit blijkt dat iedere euro die wordt betaald aan belasting terugverdiend wordt?

Het is niet duidelijk op welke onderzoeken wordt gedoeld. Uiteraard is het kabinet bereid een reactie te geven op een specifiek onderzoek waaruit dit zou blijken.

2

Op welke data is de uitspraak van de minister van Financiën gebaseerd dat de 10% hoogste inkomens 70% betalen van de inkomstenbelasting? Kan de tabel met de verdeling in decielen worden gegeven die daaraan ten grondslag ligt?

De uitspraak van de minister over het aandeel van de 10 procent personen met het hoogste inkomen is gebaseerd op het Inkomenspanelonderzoek van het CBS. In dit onderzoek worden personen gerangschikt naar hoogte van hun belastbaar (verzamel)inkomen. De uitspraak van de minister heeft betrekking op het jaar 2007. In onderstaande tabel zijn de relevante gegevens voor 2007 en 2010 weergegeven. De gegevens voor 2010 zijn overigens voorlopig. Ook wijkt de totale opbrengst van de loon- en inkomstenbelasting op basis van het Inkomenspanelonderzoek af van de integrale belastingopbrengsten zoals deze in de Miljoenennota worden gerapporteerd.

 

totaal

10%-groepen van belastbaar inkomen

   

1e

2e

3e

4e

5e

6e

7e

8e

9e

10e

2007

                     

bovengrens belastbaar inkomen (dzd. Euro's)

 

3,4

8,5

11,9

15,3

19,2

23,5

28,5

34,6

46,5

 

totaal betaalde belasting op inkomen (mln Euro's)

40 480

33

84

105

198

340

830

1 431

2 461

6 369

28 728

aandeel in procenten

100%

0%

0%

0%

0%

1%

2%

4%

6%

16%

71%

                       

2010

                     

bovengrens belastbaar inkomen (dzd. Euro's)

 

3,3

9,3

13,4

17,2

21,3

26,1

31,4

38,2

50,6

 

totaal betaalde belasting op inkomen (mln Euro's)

44 022

36

79

121

230

466

1 048

1 755

3 271

7 774

29 313

aandeel in procenten

100%

0%

0%

0%

1%

1%

2%

4%

7%

18%

67%

3

De Stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI) is opgericht. Is de NLFI inmiddels operationeel? Zo ja, kan de Kamer worden geïnformeerd over de samenstelling van het bestuur, het beloningsbeleid en andere zaken die in de statuten zijn vastgelegd betreffende de oprichting van de stichting?

NLFI is operationeel vanaf het moment dat de desbetreffende aandelen zijn overgedragen. De Tweede Kamer ontvangt hierover op korte termijn een aparte brief. Het kabinet heeft echter wel onlangs de bestuursleden van NLFI benoemd. Dit zijn de heer Michael Enthoven (voorzitter), mevrouw Lilian Gonςalves-Ho Kang You en de heer Diederik Laman Trip.

4

Zijn er gevolgen voor het DigiD in het algemeen, en het DigiD machtigen specifiek, als gevolg van de recente problemen met Diginotar? Zo ja, welke?

Door vervanging van de zogenoemde beveiligingscertificaten zijn de mogelijke gevolgen van de Diginotar-problematiek voor DigiD en DigiD machtigen opgelost. Op 6 september jl. heeft Logius namens het Ministerie van Binnenlandse Zaken een servicebericht verzonden waarin staat dat DigiD weer veilig kan worden gebruikt. De uitvoeringsorganisaties, waaronder Belastingdienst, DUO en SVB, hebben op dat moment hun dienstverlening kunnen hervatten. DigiD en DigiD machtigen functioneren sindsdien weer als vanouds.

5

Het kabinet spreekt over grondslagverbreding in de inkomstenbelasting. Kan er een overzicht worden gegeven van de grootste grondslagversmallers?

In bijlage 5 van de Miljoenennota (blz. 23 e.v.) staat een overzicht van de inkomstenbeperkende regelingen en belastinguitgaven. Zie bijgaand de betreffende tabel.

Tabel 5.3.1 Overzicht inkomstenbeperkende regelingen 2010–2016, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljard)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Eigen woning (hypotheekrenteaftrek -/- EWF)

9,6

9,4

10,1

10,5

10,7

11,1

11,4

Pensioenen (box 1 en box 3)

11,7

12,8

13,6

13,9

14,4

14,8

15,6

Totaal

21,3

22,2

23,6

24,4

25,1

26,0

27,0

percentage BBP

3,62

3,67

3,78

3,72

3,71

3,73

3,77

6

Welk deel van de 76% van het personeel die wordt ingezet voor toezicht en opsporing houdt zich sec bezig met toezicht en welk deel houdt zich sec bezig met opsporing?

Van de 76 procent is 95 procent belast met toezicht en 5 procent met opsporing. In aantallen fte is dit 22 100 fte’s voor toezicht en 1100 fte’s voor opsporing (FIOD).

7

Kan de 76% van het personeel die wordt ingezet voor toezicht en opsporing verder worden onderverdeeld naar verschillende belastingen?

De personele capaciteit kan niet worden onderverdeeld naar belastingmiddel. Dit houdt verband met de wijze van toezicht op bedrijven waarbij meerdere belastingmiddelen (zoals bijvorbeeld inkomensheffing winst en vennootschapsbelasting) tegelijkertijd aan de orde zijn.

8

Waarom is de streefwaarde voor klanttevredenheid op het punt van telefonie verlaagd voor het komend jaar?

De tabel in de begroting onder E.2 Belastingdienst waarop wordt gedoeld, is niet correct. In het persexemplaar van de begroting is een drukfout opgetreden. In het definitieve exemplaar van de begroting is de fout hersteld. De streefwaarde voor klanttevredenheid is niet verlaagd. Gelet op de bereikte resultaten in 2010 zijn de streefwaarden van klanttevredenheid bij internet en de balies verhoogd. De minimum streefwaarden voor telefonie zijn dezelfde gebleven, waarbij de bandbreedte wel is verruimd aan de bovenkant. De correcte tabel is hieronder weergegeven.

Prestatie-indicator in %

Waarde 2010

Streefwaarde 2011

Streefwaarde 2012

Klanttevredenheid

     

– Internet

89

70–75

80–90

– Balie

91

75–85

80–90

– Telefonie

     

– algemeen

78

70–75

70–80

– intermediairs

87

80–85

80–90

9

Wat is de reden dat het percentage processen-verbaal dat leidt tot veroordeling/transactie van 86% in 2009 naar 76% in 2010 is gedaald? Wat zijn de absolute aantallen processen-verbaal in de jaren 2009 en 2010?

De verklaring voor de daling is vooral gelegen in het feit dat het OM in de laatste maanden van 2010 werkvoorraden heeft opgeschoond, waardoor het aantal sepots is gestegen. Dit heeft ook gevolgen gehad voor de door de FIOD aangeleverde zaken. Het effect daarvan wordt geacht eenmalig te zijn. Verder speelt een verschil in wijze van registratie van afdoening door het OM/Functioneel Parket enerzijds (verdachten) en de FIOD anderzijds (processen-verbaal). Op dit moment wordt bekeken hoe de verschillende productiecijfers op elkaar kunnen worden aangesloten. In 2009 zijn door de FIOD 473 processen-verbaal afgerond, in 2010 waren dat er 428.

10

Wat is het absolute aantal zendingen in één jaar? Hoeveel zendingen betreft dan 1%?

Het aantal zendingen (aanslagen, toeslagen, mailingen) beloopt in de tienduizenden. In 2010 ging het om 18 000 partijen. Deze partijen waren in totaal goed voor 154 miljoen poststukken. De zendingen worden steekproefsgewijs gecontroleerd. Het streven is om met deze controles zo dicht mogelijk de 100 procent «zendingen zonder fouten» te benaderen. In 2010 zijn tijdens het controleproces in circa 1,4 procent van de partijen fouten gesignaleerd. Deze partijen zijn tegengehouden en pas na correctie verzonden.

11

Welke procedure wordt er gevolgd bij de Belastingdienst wanneer er een fout in de zendingen wordt geconstateerd?

De geconstateerde bevindingen worden volgens een vaste procedure door daarmee belaste materiedeskundigen beoordeeld op ernst van de fout. Op basis van de dagelijkse productieplanning van te printen berichten krijgen zij de steekproeven die worden gecontroleerd. Zij werken daarbij samen met fiscaal inhoudelijk deskundigen in de regio's. Inhoudelijk onjuiste berichten worden gelicht en hersteld. «Cosmetische» bevindingen, zoals minder fraai taalgebruik leiden niet tot het blokkeren van de verzending. Deze bevindingen worden doorgegeven en in het wijzigingenproces opgenomen voor aanpassing in een volgende versie van de programmatuur.

12

Drie monitoring commissies houden toezicht op de naleving van de Code Banken, de Code Verzekeraars en de Corporate Governance Code. Het budget voor de monitoring commissies Code Verzekeraars en de Corporate Governance Code lijkt in de begroting slechts incidenteel (2012) geregeld. Hoe verhoudt het beschikbare budget zich tot de looptijd van de activiteiten van de commissies?

Het verschil in het tijdelijke of structurele karakter van de reeksen reflecteert niet dat voortzetting van de ene commissie waarschijnlijker zou zijn dan van de andere commissie. De genoemde bedragen zijn gebaseerd op ramingen die zullen worden bijgesteld zodra meer bekend is over de voortzetting van (de betrokkenheid van Financiën bij en de financiering van) deze commissies, waarvan de instellingstermijn in de loop van 2013 afloopt. Mocht worden besloten tot verlenging van (de financiering door Financiën van) de monitoring commissie banken en/of monitoring commissie verzekeraars en/of monitoring commissie corporate governance, dan zullen de ramingen daarop worden aangepast.

13

Algemeen wordt aangenomen dat een van de redenen voor de financiële crisis te weinig/slecht toezicht was. Waarom wordt er de komende jaren dan bezuinigd op toezicht?

De beoogde verlaging van de overheidsbijdrage aan de AFM en DNB naar het niveau van voor de financiële crisis zal, wanneer het daartoe strekkende wetsvoorstel wordt aangenomen, niet leiden tot minder toezicht. In dat geval zal het effect van de lagere overheidsbijdrage worden opgevangen door een hogere bijdrage van de sector.

14

Waarom is het bedrag voor de Illiquid Back-up Facility aan uitgaven groter dan aan inkomsten?

Het bedrag voor de Illiquid Back-up Facility aan uitgaven is gelijk aan het bedrag aan inkomsten. Zie hieronder de tabel met de uitgaven en ontvangsten voor 2012.

2012

Uitgaven

   

Management fee

32 000

 

Funding Fee

2 030 000

 

Totaal

2 062 000

(= afgerond 2,1 miljard)

Ontvangsten

   

Portefeuille ontvangsten

1 839 000

 

Garantie fee

71 000

 

Additionele fee

46 000

 

Additionele garantiefee

106 000

 

Totaal

2 062 000

(= afgerond 2,1 miljard)

15

Uit de verticale toelichting valt op te maken dat de mutatie «winstafdracht DNB» onder andere bestaat uit een stijging van het monetaire inkomen. Kan nader worden toegelicht om wat voor een inkomen het hier gaat?

Onder het monetair inkomen worden de inkomsten verstaan die per saldo zijn verkregen via het door de ECB te coördineren monetaire beleid. Het gaat daarbij onder meer om de rente-opbrengsten die zijn verkregen via de zogenaamde basis-herfinancieringstransacties. De door de nationale centrale banken (NCB’s) van het Eurosysteem gepoolde monetaire inkomsten worden onder de NCB’s verdeeld naar rato van hun bijdragen aan het geplaatste kapitaal van de ECB.

16

Kan de kasschuif ODA-middelen in het kader van een aangepast kasritme nader worden toegelicht?

Een deel van de kasschuif in het betalingsritme aan de International Development Association (IDA, het zachte leningenloket van de Wereldbank) komt voort uit een amendement van de Tweede Kamer. Een ander deel is uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken, om de schommelingen in het ODA-budget op te mitigeren.

17

De beheerontvangsten bij de materiële activa zullen structureel € 10 miljoen hoger zijn. Wat is hier de oorzaak van?

Er is sprake van structureel hoger te verwachten realisaties van de pachtinkomsten ten opzichte van het in het verleden vastgesteld raming. Dit komt met name door pachtprijsverhoging per 2010 op basis van het Pachtnormenbesluit 2007.

18

Waaruit bestaat de post «onvoorzien» binnen het artikel «nominaal en onvoorzien»?

De post onvoorzien binnen dit artikel bestaat uit middelen die bedoeld zijn om eventuele onzekere ontwikkelingen op de begroting op te vangen bijvoorbeeld in verband met het behalen van taakstellingen. Ook worden hier (tijdelijk) middelen geparkeerd die nog moeten worden toebedeeld aan de budgetten. Aan de ontvangstzijde is een technische stelpost opgenomen voor opbrengsten van de kredietcrisis interventies. Deze opbrengsten worden zodra deze concreter worden, toebedeeld aan het betreffende beleidsartikel.

19

Blijkens het overzicht is in 2010 € 1,2 miljard uitgeleend en zal er in 2011 € 2,2 miljard worden uitgeleend aan Griekenland. Dit verschilt van de bedragen genoemd in de vijfde rapportage over de financiële interventies van de Algemene Rekenkamer (31941, 10), namelijk € 1,8 miljard respectievelijk € 1,6 miljard. Hoe is dit verschil te verklaren?

De cijfers genoemd in de vijfde rapportage van de Algemene Rekenkamer (pagina 12) zijn gebaseerd op de ramingen voor de leningen aan Griekenland zoals bekend ten tijde van de Voorjaarsnota 2010. Op pagina 19 van dezelfde rapportage wordt verwezen naar het gerealiseerde cijfer aan verstrekte leningen aan Griekenland voor 2010, namelijk 1,2 miljard euro conform het cijfer genoemd in de Miljoenennota 2012. De cijfers zoals genoemd in de Miljoenennota 2012 voor de uitgaven en ontvangsten voor de leningen aan Griekenland zijn gebaseerd op de meest actuele cijfers ten tijde van de Voorjaarsnota 2011. Deze cijfers zijn nog niet aangepast voor de uitwerking van de besluitvorming van de Eurotop van 21 juli jl.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), voorzitter, Omtzigt, P.H. (CDA), Irrgang, E. (SP), Knops, R.W. (CDA), Neppérus, H. (VVD), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Spekman, J.L. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Heijnen, P.M.M. (PvdA), ondervoorzitter, Bashir, F. (SP), Sap, J.C.M. (GL), Harbers, M.G.J. (VVD), Plasterk, R.H.A. (PvdA), Groot, V.A. (PvdA), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Braakhuis, B.A.M. (GL), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Verhoeven, K. (D66), Koolmees, W. (D66), Huizing, M.E. (VVD) en Schouten, C.J. (CU).

Plv. leden: Broeke, J.H. ten (VVD), Koppejan, A.J. (CDA), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Hijum, Y.J. van (CDA), Leegte, R.W. (VVD), Haverkamp, M.C. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Veen, E. van der (PvdA), Vacature, SP (), Grashoff, H.J. (GL), Schaart, A.H.M. (VVD), Vermeij, R.A. (PvdA), Smeets, P.E. (PvdA), Beertema, H.J. (PVV), Gent, W. van (GL), Jong, L.W.E. de (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Koşer Kaya, F. (D66), Pechtold, A. (D66), Ziengs, E. (VVD) en Slob, A. (CU).

Naar boven