33 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012

33 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2012

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2011

Hierbij informeer ik u op verzoek van de vaste commissie voor Defensie, over de kostenverdeling van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied. Hiermee wordt de toezegging van de minister van Defensie in het algemeen overleg van 28 september jl. afgedaan.

In de Rijkswet Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is vastgelegd dat de landen van het Koninkrijk gezamenlijk bijdragen aan de financiële middelen ten behoeve van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied. De begroting van de Kustwacht wordt dan ook vanuit verschillende bronnen gefinancierd. Deze verdeling is recent door de Rijksministerraad opnieuw bevestigd en ik zie nu geen aanleiding om van die afspraken af te wijken. Op verzoek van uw Kamer zal ik in deze brief toelichten hoe de kostenverdeling vormgegeven is.

Nederland draagt bij aan de Kustwacht via Hoofdstuk IV (Koninkrijksrelaties) en Hoofdstuk X (Defensie). Het grootste deel wordt gefinancierd vanuit Hoofdstuk IV aangezien de Kustwacht op basis van structurele samenwerking bijdraagt aan de waarborging van de rechtszekerheid binnen het Koninkrijk. Daarnaast draagt de Kustwacht bij aan het nakomen van internationale verplichtingen op het gebied van georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit, terrorisme bestrijding en reddingsoperaties (search and rescue).

Vanuit hoofdstuk IV worden de luchtverkenningcapaciteit1 (inzet helikopters en vliegtuigen), een aantal investeringen uit het vorige lange termijn plan (LTP) (bijvoorbeeld de investeringskosten voor de walradar op de benedenwinden), de exploitatie van het steunpunt Hato (o.a. locatie en de kosten verbonden aan het vliegen, zoals kerosine) en het aandeel van Nederland in de verdeelsleutel gefinancierd. De minister van Defensie draagt bij door inzet van defensiemiddelen, zoals de inzet van het stationsschip in de regio ten behoeve van de Kustwacht.

De exploitatiekosten (personeelskosten, materiële kosten en de investeringen van de Kustwacht) worden gefinancierd door de Landen gezamenlijk. Hiervoor gold tot 10-10-10 de volgende verdeelsleutel: Nederland 6/9, Nederlandse Antillen 2/9 en Aruba 1/9. De bijdrage van het voormalige land Nederlandse Antillen is verdeeld over Curaçao, Sint Maarten en Nederland (voor wat betreft de bijdrage voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba), het aandeel van Aruba is gelijk gebleven. Dit heeft er toe geleid dat Nederland 69%, Aruba 11%, Curaçao 16% en Sint Maarten 4% van de exploitatiekosten en de investeringen betalen.

Bovenstaande leidt voor de begroting 2012 tot de volgende verdeling (bedragen zijn in euro’s):

Ministerie van BZK

Exploitatie Hato

2 110 000

 

Investeringen vorige LTP

1 798 000

 

Luchtverkenningcapaciteit

15 034 000

 

Aandeel exploitatie (69%)

12 233 010

Ministerie van Defensie

Inzet defensiemiddelen

3 101 000

Aruba1

Aandeel exploitatie (11%)

1 950 190

Curaçao1

Aandeel exploitatie (16%)

2 836 640

Sint Maarten1

Aandeel exploitatie (4%)

709 160

Totaal

 

39 772 000

X Noot
1

Deze kosten worden achteraf op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten door het ministerie van BZK met de landen verrekend, het kan dus zijn dat deze bedragen afwijken van de bedragen die begin 2013 met de landen verrekend zullen worden.

Tot slot meld ik u graag dat ook Sint Maarten inmiddels aan haar financiële verplichtingen voor 2010 heeft voldaan.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Vanaf 2013 wordt de luchtverkenningscapaciteit voor € 15,7 M gefinancierd vanuit de begroting van BZK en voor € 0,6 M vanuit de begroting van Defensie. De financiering vanuit Defensie betreft een herfasering van middelen uit de tijd dat het budget ten behoeve van luchtverkenningscapaciteit nog onderdeel uitmaakte van de defensiebegroting.

Naar boven