33 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2012

Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2011

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties van 30 maart 2011 is gesproken over de problemen bij de benoeming van de Raad van Commissarissen van de centrale bank van Curaçao en Sint Maarten.

De commissie verzocht mij de kamer te informeren over het besluit tot benoeming van de Raad van Commissarissen.

Ik kan u melden dat zes leden van de Raad van Commissarissen door respectievelijk Curaçao en Sint Maarten op 31 mei zijn benoemd en begin juni zijn beëdigd. Het betreft drie leden namens Curaçao en drie leden namens Sint Maarten. In juli is de heer Navarro teruggetreden als lid namens Curaçao en heeft de heer L. James zijn plaats ingenomen.

In september is één van de leden namens Curaçao (de heer Maduro) op voordracht van de regeringen van Curaçao en Sint Maarten als voorzitter benoemd en beëdigd. Hiermee is de Raad van commissarissen nog niet volledig geworden, maar kan wel haar functies uitoefenen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven