Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL Ia
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 8 augustus 2011 ingediende voorstel van
wet Modernisering regeling voor verlof en arbeidstijden (Kamerstukken 32 855) tot wet is of wordt verheven, en artikel II van die wet eerder in werking is getreden
of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als, deze wet,
wordt in artikel I, onderdeel B van deze wet artikel 2 als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt «verzoeken om aanpassing» vervangen door: verzoeken om
aanpassing voor al dan niet wisselende perioden en met al dan niet verschillende omvang»
en wordt na «die werkgever» ingevoegd:, behoudens onvoorziene omstandigheden.
b. In het derde lid wordt na «of de werktijd wordt» ingevoegd «, behoudens onvoorziene
omstandigheden,» en komt de laatste volzin te luiden: De werknemer kan, behoudens
onvoorziene omstandigheden, een jaar nadat de werkgever een verzoek om aanpassing
van de arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd heeft ingewilligd of afgewezen, opnieuw
een verzoek indienen.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 8 augustus 2011 ingediende voorstel van
wet Modernisering regeling voor verlof en arbeidstijden (Kamerstukken 32 855) tot wet is of wordt verheven, en artikel II van die wet later in werking treedt
dan deze wet, wordt artikel II van die wet als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «Wet aanpassing arbeidsduur» vervangen door: Wet flexibel werken.
b. Het tweede onderdeel komt te luiden:
2. In het derde lid wordt «ten minste twee maanden» vervangen door: «, behoudens onvoorziene
omstandigheden, ten minste twee maanden» en komt de laatste volzin te luiden: De werknemer
kan, behoudens onvoorziene omstandigheden, een jaar nadat de werkgever een verzoek
om aanpassing van de arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd heeft ingewilligd of afgewezen,
opnieuw een verzoek indienen.
Toelichting
Met deze nota van wijziging wordt een bepaling in het wetsvoorstel geïntroduceerd
waarmee de samenloop tussen het onderliggende wetsvoorstel en het wetsvoorstel Modernisering
regelingen voor verlof en arbeidstijden (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010/11, 32 855, nrs. 1–2 e.v.) wordt geregeld. Artikel 2 van de Wet aanpassing arbeidsduur wordt zowel in
het onderliggende wetsvoorstel als in het wetsvoorstel 32 855 gewijzigd. De aanpassingen die in het wetsvoorstel 32 855 worden voorgesteld ten aanzien van artikel 2, brengen allereerst tot uitdrukking
dat een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur in tijd en omvang kan wisselen. Dat
betekent, zo wordt gesteld in de memorie van toelichting, dat met een aanpassing van
de arbeidsduur flexibel kan worden omgegaan. Zo kunnen een werkgever en werknemer
bijvoorbeeld overeenkomen dat de aanpassing van de arbeidsduur van een 5-daagse 36-urige
werkweek voor een periode van drie maanden zal worden omgezet in een 3-daagse 24-urige
werkweek. Met de samenloopbepaling wordt deze mogelijkheid geïntroduceerd in het nieuw
voorgestelde artikel 2 van de Wet flexibel werken, met dien verstande dat het uiteraard
ook komt te gelden ten aanzien van de aanpassing van arbeidsplaats of werktijd.
Met voorliggende samenloopbepaling wordt tevens voorzien in een technisch juiste verwerking
van het criterium «behoudens onvoorziene omstandigheden» in het nieuw voorgestelde
artikel 2 van de Wet flexibel werken. Het wetsvoorstel 32 855 introduceert het criterium «behoudens onvoorziene omstandigheden» in het huidige
artikel 2 van de Wet aanpassing arbeidsduur. Het criterium wordt van toepassing ten
aanzien van de indiening van het verzoek om aanpassing van de arbeidsduur (en, ingevolge
de Wet flexibel werken, de arbeidsplaats of werktijd) en de termijn waarbinnen opnieuw
aanpassing van de arbeidsduur (arbeidsplaats/werktijd) kan worden gevraagd. Het moment
waarop indiening van het verzoek mogelijk is en de termijn waarbinnen opnieuw aanpassing
kan worden gevraagd, zijn wettelijk bepaald. Door toevoeging van de passage «behoudens
onvoorziene omstandigheden» is afwijking daarvan mogelijk. Hierbij kan, zo wordt gesteld
in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel 32 855, worden gedacht aan de situatie dat een gezinslid onverwacht hulpbehoevend wordt
en de werknemer voor diens verzorging – tijdelijk – een vermindering van de arbeidsduur
(arbeidsplaats of werktijd) nodig heeft. Met deze nota van wijziging wordt geregeld
dat de voorstellen van het wetsvoorstel 32 855, technisch inpasbaar worden in de Wet flexibel werken.
Voortman Van Hijum