32 884 Voorstel van wet van het lid Van Dam tot herstel van een mogelijk wetstechnisch gebrek met betrekking tot het overgangsrecht in de Wet van 26 november 2010, houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten) (Stb. 2010, 789)

Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 oktober 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I komt als volgt te luiden:

ARTIKEL I

In de wet van 26 oktober 2010, houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten) (Stb. 2010, 789) wordt na artikel II een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

In de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt aan artikel 191 een lid toegevoegd, luidende:

3. Dit artikel is niet van toepassing op de wet van 26 oktober 2010, houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten).

Toelichting

In navolging van een redactionele opmerking van de Raad van State, gevoegd bij het blanco advies met betrekking tot het onderliggende wetsvoorstel, bewerkstelligt deze nota van wijziging dat de bepaling waarin artikel 191 Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek niet van toepassing wordt verklaard op de wet van 26 oktober 2010, houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten), in de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt opgenomen in plaats van in het onderliggende wetsvoorstel. Aanwijzing 165a van de Aanwijzingen voor de regelgeving geeft aanleiding tot deze wijziging. De inhoud van het voorgestelde overgangsrecht blijft ongemoeid; er vindt slechts een wisseling van plaatsing van dit overgangsrecht plaats.

Van Dam

Naar boven