32 878 Wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering aan het woonland (Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID ORTEGA-MARTIJN

Ontvangen 10 november 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, subonderdeel 1, wordt «dat woont buiten Nederland» vervangen door: dat woont buiten het Koninkrijk.

II

In artikel IA, onderdeel A, subonderdeel 1, wordt «dat woont buiten Nederland» vervangen door: dat woont buiten het Koninkrijk.

III

In artikel II, onderdeel A, wordt «die woont buiten Nederland» vervangen door: die woont buiten het Koninkrijk.

IV

In artikel II, onderdeel B, wordt «die woont buiten Nederland» vervangen door: die woont buiten het Koninkrijk.

V

In artikel II, onderdeel C, wordt in het tweede lid (nieuw) van artikel 25 «die woont buiten Nederland» vervangen door: die woont buiten het Koninkrijk.

VI

In artikel II, onderdeel C, wordt in het derde lid van artikel 25 «waarvan er ten minste een woonachtig is in Nederland» vervangen door: waarvan er ten minste een woonachtig is in het Koninkrijk.

VII

In artikel II, onderdeel D, wordt «dat woont buiten Nederland» vervangen door: dat woont buiten het Koninkrijk.

VIII

In artikel II, onderdeel E, wordt «de wees woont buiten Nederland» vervangen door: de wees woont buiten het Koninkrijk.

IX

In artikel II, onderdeel G, wordt «de halfwees woont buiten Nederland» vervangen door: de halfwees woont buiten het Koninkrijk.

X

In artikel III, onderdeel B, wordt in het tiende lid van artikel 2 «een ander land dan Nederland» vervangen door: een ander land dan het Koninkrijk.

XI

In artikel III, onderdeel B, wordt in het elfde lid van artikel 2 «een ander land dan Nederland» vervangen door: een ander land dan het Koninkrijk.

XII

In artikel IV, onderdeel B, wordt in het tweede lid (nieuw) van artikel 62 «die woont buiten Nederland» vervangen door: die woont buiten het Koninkrijk.

Toelichting

Dit amendement regelt dat het woonlandbeginsel binnen het hele Koninkrijk der Nederlanden niet wordt toegepast. Net zoals binnen de Europese Unie waar het woonlandbeginsel op basis van de onderlinge verdragsrelatie niet van kracht wordt, geldt voor de andere landen van het Koninkrijk der Nederlanden op vergelijkbare wijze dat er ook sprake is van een bijzonder onderling verband. Het betreft immers landen binnen het eigen Koninkrijk der Nederlanden. Het woonlandbeginsel moet hierom niet van kracht worden voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland met inbegrip van Bonaire, Sint Eustatius of Saba. Met dit amendement is zodoende de hoogte van de Nederlandse uitkering van degene die woonachtig is in het Koninkrijk der Nederlanden overal hetzelfde.

Dit amendement laat onverlet dat de eigen sociale zekerheidsregelingen zoals die binnen de verschillende landen van het Koninkrijk der Nederlanden gelden op basis van specifieke wetten worden bepaald.

Ortega-Martijn

Naar boven