Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32862 nr. 32 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32862 nr. 32 |
Ontvangen 14 juni 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.31, eerste lid, onder a, komt te luiden:
a. ter uitvoering van een verzoek als bedoeld in artikel 2.29, eerste lid, tweede volzin, onder a, of een aanwijzing als bedoeld in artikel 2.34, eerste lid;
B
Artikel 2.33, eerste lid, onder c, komt te luiden:
c. dat nodig is ter uitvoering van een verzoek als bedoeld in artikel 2.29, eerste lid, tweede volzin, onder a, of een aanwijzing als bedoeld in artikel 2.34, eerste lid;
C
Na artikel 2.33 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister kan, indien dat in het algemeen belang geboden is, aan het bevoegd gezag een aanwijzing geven ter zake van het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning ten behoeve van maatregelen ter voorkoming van overschrijding van één of meer voor hoofdspoorwegen vastgestelde risicoplafonds als bedoeld in artikel 15, derde lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Deze bevoegdheid geldt niet:
a. met betrekking tot activiteiten als bedoeld in artikel 2.2;
b. in gevallen waarin een Onzer andere Ministers het bevoegd gezag is;
c. met betrekking tot een verklaring van een Onzer andere Ministers en de daarbij overeenkomstig artikel 2.27, vierde lid, aangegeven of aan te geven voorschriften.
2. Voordat Onze Minister een aanwijzing geeft, bepaalt Onze Minister in overleg met de betrokken gemeenten en de spoorinfrabeheerder welke maatregelen door het rijk en deze partijen genomen zullen worden om de overschrijding van het vigerende risicoplafond zo veel als mogelijk te beperken. Hij deelt het voornemen, onder vermelding van de redenen daarvoor, mee aan de Staten-Generaal.
3. Het bevoegd gezag doet van de wijze waarop gevolg is gegeven aan de aanwijzing, schriftelijk mededeling aan Onze Minister.
4. De aanwijzing wordt vermeld in de beschikking van het bevoegd gezag, ter zake waarvan zij is gegeven. Een exemplaar ervan wordt gevoegd bij ieder exemplaar van die beschikking.
5. Indien het bevoegd gezag niet of niet volledig gevolg geeft aan een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kan Onze Minister een besluit als bedoeld in het eerste lid nemen voor rekening van de rechtspersoon waartoe het betrokken bestuursorgaan behoort.
II
Artikel VII komt te luiden:
Emplacementen maken geen onderdeel uit van het Basisnet spoor, maar hebben daarop indirect wel invloed. De omgevingsvergunning voor een emplacement wordt afgegeven door een gemeente, terwijl het risico in het Basisnet centraal wordt vastgesteld. Om te voorkomen dat de regelgeving voor een emplacement afwijkt van de regelgeving voor het Basisnet spoor en tot overschrijding van het risicoplafond leidt, wordt met dit amendement geregeld dat de minister de mogelijkheid krijgt om een gemeente een aanwijzing te geven indien gemeentelijke vergunningen voor emplacementen niet in overeenstemming zijn met het Basisnet spoor. Voordat de minister een aanwijzing kan geven, vindt in ieder geval overleg plaats tussen de minister, de betrokken gemeenten en de spoorinfrabeheerder welke maatregelen genomen moeten worden. De minister deelt het voornemen tot het geven van een aanwijzing mee aan de Staten-Generaal.
Haverkamp
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32862-32.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.