Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2024
Met deze brief bied ik u het beleidsprogramma circulair textiel 2025–2030 aan. Nederland
heeft de ambitie om in 2050 volledig circulair te zijn. Het kabinet voert daarom sinds
2020 beleid om toe te werken naar een circulaire textielketen.1 Dit is het tweede beleidsprogramma circulair textiel waarmee een belangrijke volgende
stap wordt gezet naar een veilige, transparante en verantwoorde circulaire textielketen
voor mensen, dieren en het milieu.
Textiel is een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven. De kleding en schoenen
die je draagt, de lakens op je bed, een theedoek om de afwas te drogen. Elk jaar worden
er meer kledingstukken en schoenen geproduceerd, gekocht en afgedankt dan het jaar
ervoor. Dit wordt versterkt door de opkomst van e-commerce partijen buiten Europa,
die steeds meer textiel op de markt brengen van slechte kwaliteit. Daarbij zorgt de
afnemende kwaliteit van producten dat ze niet of nauwelijks geschikt zijn om langer
gebruikt of gerecycled te worden. De inzamel-, sorteer- en recyclingsector in Nederland
heeft recent gewaarschuwd dat mede dankzij deze ontwikkelingen het textiel zich blijft
opstapelen en dat erg dringend maatregelen nodig zijn.2 Er zijn goede voorbeelden van Nederlandse ondernemers die laten zien dat circulair
textiel mogelijk is. De transitie naar een circulaire textielindustrie biedt daarnaast
veel kansen voor circulaire businessmodellen en werkgelegenheid zoals reparatie en
tweedehands textiel. Helaas zijn circulaire keuzes niet vanzelfsprekend omdat ze het
vaak afleggen tegen kleding van slechte kwaliteit, korte levensduur en lage prijzen.
Er is een systeemverandering nodig om te komen tot een structurele verduurzaming van
de textielketen.
Het beleidsprogramma circulair textiel 2025–2030
In het bijgaande beleidsprogramma staat de visie, doelstellingen en het beleid uitgewerkt
voor de komende vijf jaar. De doelen uit het vorige beleidsprogramma zijn aangescherpt
en aangevuld met doelstellingen voor de vier circulaire strategieën uit het Nationaal
Programma Circulaire Economie3: verminderen van grondstoffen, substitutie van grondstoffen, levensduurverlenging
en hoogwaardige verwerking.
Een belangrijk speerpunt van het beleidsprogramma is om samen anders te consumeren.
Mensen willen best circulaire keuzes maken, maar worden niet daartoe uitgelokt. Daarom
richt het kabinet zich in dit beleidsprogramma niet alleen op de rol van consumenten,
maar ook op die van bedrijven en overheden om te zorgen dat circulair gedrag logisch,
makkelijk en eerlijk is.
Er komen de komende jaren Europese maatregelen zoals een verbod op vernietiging van
onverkocht textiel. Ook onderzoekt het kabinet prijsprikkels en andere prikkels die
overmatige productie en consumptie stimuleren. Er wordt toegewerkt naar textiel van
hogere kwaliteit, waar consumenten langer plezier van kunnen hebben. Ook moet het
makkelijker worden om producten te laten repareren en tweedehands te kopen. Het kabinet
richt zich in Europa onder andere op duurzame ontwerpeisen voor textiel, het invoeren
van een productpaspoort en een verplicht duurzaamheidslabel voor textiel om mensen
te helpen bij het maken van duurzame keuzes. Producenten zijn de komende jaren dankzij
de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid textiel aan zet om samen met partijen
in de keten textielafval te verminderen en grondstoffen optimaal te benutten.
Tot slot
De ambities uit het beleidsprogramma kunnen alleen worden bereikt als er goed wordt
samengewerkt, ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid. Het Rijk neemt
daarbij de regie door partijen bij elkaar te brengen. Voor de uitvoering van het beleidsprogramma
blijft het Rijk nauw samenwerken met de textielsector, medeoverheden en initiatieven
in de regio. De voortgang van de doelen wordt jaarlijks gemonitord en hierover wordt
gerapporteerd aan de Tweede Kamer.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen