32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid

Nr. 318 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2024

Met deze brief ontvangt de Tweede Kamer informatie over de volgende vijf onderwerpen op het gebied van de circulaire economie:

  • 1. Monitoring drankverpakkingen in het zwerfafval

  • 2. Monitoringsrapportage Verpact over 2023

  • 3. Stand van zaken gespreksbegeleider VNG en Verpact

  • 4. Voortgang ten aanzien van de circulaire plastic norm

  • 5. Toezegging aan Lid Bamenga over duurzaamheidslabels

Monitoring drankverpakkingen in het zwerfafval

Bij deze brief treft u de rapportage aan over de monitoring van drankverpakkingen in het zwerfafval. Met deze monitor worden ieder halfjaar de ontwikkelingen van blikjes en plastic flessen in het zwerfafval in kaart gebracht. De bijgevoegde rapportage geeft de resultaten tot en met de eerste helft van 2024 weer.

Uit de monitoring blijkt dat het aantal plastic flessen in het zwerfafval verder gedaald is met 72% ten opzichte van dezelfde metingen in 2020 (voor invoering van statiegeld). Daarmee is het afgelopen halfjaar het laagste aantal flessen aangetroffen sinds de aanvang van de monitoring. Verder blijkt uit de monitoring dat het aantal blikjes in het zwerfafval in de eerste helft van 2024 met 64% is afgenomen ten opzichte van het laatste vergelijkbare halfjaar voor invoering van statiegeld op blik (2022). Ook hier lijkt de daling dus door te zetten. Tot slot laten de gegevens zien dat het aantal in het zwerfafval gevonden drankenkartons stabiel blijft. De gegevens van de Zwerfinator, die worden betrokken bij de monitoring, wijzen op een vergelijkbare daling.

Uit de cijfers blijft duidelijk naar voren komen dat statiegeld tot een sterke afname van het aantal blikjes en flessen in het zwerfafval heeft geleid. Zoals bij de Tweede Kamer bekend is, wordt dit jaar een evaluatie van de regelgeving voor statiegeld uitgevoerd. De resultaten van de monitoring worden hierbij betrokken.

Monitoringsrapportage Verpact over 2023

Het Besluit Beheer Verpakkingen stelt jaarlijkse doelstellingen voor recycling en hergebruik voor verschillende materiaalstromen1. Producenten en importeurs zijn bij wet verantwoordelijk voor de organisatie en financiering van de inzameling van het afval van de verpakkingen die zij op de Nederlandse markt brengen en voor het behalen van deze doelstellingen. Stichting Verpact voert namens hen deze uitgebreide producentenverantwoordelijkheid uit en rapporteert jaarlijks over de behaalde resultaten.

In augustus is door Verpact gerapporteerd over de behaalde resultaten in 2023, die zij ook in een publieksrapportage hebben gepubliceerd2. Uit de rapportage blijkt dat de recycling- en hergebruikdoelstellingen voor verpakkingen van glas, papier en karton, plastic, ferrometaal, aluminium en hout worden behaald. De wettelijke recycledoelstelling van 34% voor drankenkartons, die sinds 1 juli 2023 geldt, is in 2023 niet behaald: er is 24% recycling gerealiseerd. Naast de recycling- en hergebruikresultaten is ook gerapporteerd over de inzamelresultaten van plastic flessen in het kader van de statiegeldverplichting. Hoewel de cijfers omhoog zijn gegaan ten opzichte van 2022, is met de gerealiseerde 74% de wettelijke inzameldoelstelling van 90% ook in 2023 niet behaald. De Inspectie Leefomgeving en Transport is de onafhankelijke toezichthouder op de naleving van deze wettelijke doelstellingen. Ten aanzien van de inzameldoelstelling voor plastic flessen loopt op dit moment een handhavingstraject3.

Naar aanleiding van de rapportage heb ik het verpakkend bedrijfsleven uitgenodigd voor een bestuurlijk overleg op 16 september om te spreken over de resultaten over 2023. We hebben in het bijzonder stilgestaan bij statiegeld. Ik heb Verpact bevraagd over hun plannen om de doelstelling zo snel mogelijk wel te halen, waaronder rondom het inrichten van meer inzamelpunten. Verpact wil de komende periode 5000 nieuwe inzamelpunten realiseren. Dit is een opgave waarbij ook bereidheid nodig is van derde partijen om een statiegeldautomaat op hun terrein toe te staan. Eerder leek er sprake van dat hier geen hulp vanuit het ministerie nodig zou zijn, maar dit blijkt een misverstand. Ik heb dan ook aangegeven graag bereid te zijn om waar relevant derde partijen aan te moedigen om locaties beschikbaar te stellen. Dit kan helpen om de uitbreiding van statiegeldautomaten en inzamelpunten ook op andere locaties dan supermarkten mogelijk te maken. Daarnaast heb ik Verpact gevraagd om jaarlijks actief naar buiten te komen met een financiële publieksrapportage, zoals zij ook over 2023 deden4. Op dergelijke wijze inzicht bieden in de besteding van niet geïnd statiegeld is belangrijk voor de steun en draagvlak voor het systeem. Hier heeft Verpact positief op gereageerd.

Dit jaar evalueert het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zowel de statiegeldregeling als de recycling- en hergebruikdoelstellingen. De Tweede Kamer zal hierover na afronding van de evaluaties eind 2024 een verslag ontvangen.

Stand van zaken gespreksbegeleider VNG en Verpact

De VNG, NVRD en Verpact zijn onder begeleiding van Dick Benschop gestart met de gesprekken om te komen tot nieuwe afspraken over de afvalinzameling van PMD5. Na een fase van nadere kennismaking en het maken van procesafspraken zijn de partijen in de laatste week van augustus gestart met inhoudelijke gesprekken. Als doel is gesteld om voor het eind van het jaar te komen tot nieuwe afspraken.

Zowel Verpact, NVRD, VNG als het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hebben vertrouwen in het proces. Om ruimte te laten aan het proces en de vertrouwelijkheid van de gesprekken te waarborgen, kan op dit moment geen verdere informatie worden gedeeld over de vorm en inhoud. De Kamer zal na afronding van het proces worden geïnformeerd over de resultaten.

Voortgang circulaire plastic norm

In de context van de transitie naar een circulaire economie werken we aan een circulaire plastic norm. Deze norm regelt een verplichting om een minimumpercentage aan fossiele plastics te vervangen door circulaire plastics (gebaseerd op recyclaat of duurzame biogrondstoffen). De norm stimuleert dus de vraag naar circulaire plastics én het behoud van een sterke recyclingsector in Nederland. De voorziene inwerkingtreding is januari 2027. Dit voorjaar is het concept wetsvoorstel voor consultatie gepubliceerd. Naar aanleiding van de reacties op de consultatie en van de resultaten van de toetsen naar handhaving, uitvoering en fraudebestendigheid, bezien we de implicaties voor het wetsvoorstel.

Op dit moment wordt de AMvB horende bij dit wetsvoorstel uitgewerkt. Daarnaast wordt momenteel nader onderzoek gedaan naar de economische en ecologische effecten van de norm op verschillende typen bedrijven in de plasticketen. In een recent afgeronde studie6 is onderzocht waar economische groei te verwachten is na invoering van de plastic norm. Op basis van deze verkenning zijn potentiële effecten onder andere een grotere afzetmarkt voor circulaire plastics, met de bijkomende groei in werkgelegenheid, toenemende kennisopbouw bij ketenpartijen en meer innovatie en samenwerking binnen de keten. Hier wordt ook rekening mee gehouden bij de verdere uitwerking van de AMvB. We betrekken hierbij ook de in het hoofdlijnenakkoord aangekondigde circulaire plastic heffing.

Toezegging duurzaamheidslabels

Het Lid Bamenga (D66) heeft tijdens het Commissiedebat Circulaire Economie op 15 februari jl.7 gevraagd om inzichtelijk te maken welke stappen er nationaal en Europees gezet worden om te komen tot een eenduidig duurzaamheidslabel.

Producten en diensten worden doorgaans niet alleen op de nationale markt, maar juist ook op de Europese markt aangeboden. Het reguleren van labels op Europees niveau is daarom effectief. Dit leidt tot een gelijk speelveld voor bedrijven en verlaagt de lasten, doordat bedrijven alleen aan uniforme Europese eisen hoeven te voldoen in plaats van aan tal van verschillende nationale wetgeving.

Het kabinet vindt het belangrijk dat consumenten toegang hebben tot betrouwbare informatie over milieukenmerken van producten en diensten zodat zij in staat zijn om een duurzame keuze te maken. Uit onderzoek van de Europese Commissie (2020) bleek dat slechts 46,7% van de milieuclaims betrouwbaar was8.

De Europese Commissie heeft daarom als onderdeel van de Europese Green Deal een aantal wetten aangekondigd die bijdragen aan het reguleren van milieuclaims en -labels en het tegengaan van consumentenmisleiding. Het gaat om de Kaderverordening Ecodesign voor Duurzame Producten, de Textiel Etikettering Verordening, de Richtlijn Grotere rol voor de consument bij de groene transitie en de Groene Claims Richtlijn. Deze Europese wetgeving, waarbij Europese lidstaten betrokken zijn, zal tot gevolg hebben dat labels en keurmerken meer uniform en betrouwbaarder worden en daarmee ook overzichtelijker, en dat misleidende labels verdwijnen. Hieronder wordt de stand van zaken van deze wetgevingstrajecten kort toegelicht.

Label onder Kaderverordening Ecodesign

Onder de Europese Kaderverordening Ecodesign voor Duurzame Producten9 kan de Europese Commissie ontwerpeisen stellen aan producten die op de Europese markt worden gebracht10. In het Ecodesign werkplan, dat begin 2025 wordt vastgesteld, zal staan voor welke productgroepen Ecodesign-eisen gaan worden uitgewerkt. Bij het uitwerken van maatregelen voor deze productgroepen kan worden bepaald dat het product een etiket moet bevatten met belangrijke productinformatie, bijvoorbeeld hoe goed het product te repareren is. Hoe dit etiket eruit moet zien en welke informatie daarop moet staan, verschilt per productgroep. Vanuit Nederland zal er in dit kader aandacht worden gevraagd voor uniforme labels.

Herziening Textiel Etikettering Verordening

De Europese Commissie is recent een publieksconsultatie gestart voor een herziening van de Textiel Etikettering Verordening11. De Commissie overweegt om hierin bepalingen op te nemen voor de etikettering van textiel, inclusief duurzaamheids- en circulariteitsparameters die gebaseerd zijn op de ontwerpeisen uit de Kaderverordening Ecodesign. De kabinetsreactie op de publieke consultatie over de herziening van etiketteringsvoorschriften voor textiel is in april 2024 met uw Kamer gedeeld12. Nadat het Commissievoorstel is gepresenteerd, zal uw Kamer via het gebruikelijke BNC-fiche op de hoogte worden gebracht van de kabinetspositie.

Richtlijn Grotere Rol voor de consument bij de groene transitie

De Richtlijn «Grotere rol voor de consument bij de groene transitie13» moet eraan bijdragen dat consumenten meer en betrouwbaardere informatie ontvangen over de duurzaamheidseigenschappen van hun product. Dit gaat greenwashing tegen. Het wordt onder meer verboden om vage milieuclaims, zoals «groen» en «milieuvriendelijk» te gebruiken. Daarnaast worden verkopers, indien de producent deze informatie beschikbaar stelt, verplicht om consumenten te informeren over de duur van een commerciële garantie14 via een eenduidig en geharmoniseerd format. Ook is het straks niet meer toegestaan om keurmerken te hanteren wanneer deze vooraf niet zijn gecertificeerd door een onafhankelijke derde partij (c.q. certificeringsinstelling). Dit gaat helpen om onbetrouwbare keurmerken van de markt te weren. Uiterlijk 27 maart 2026 moeten alle lidstaten de Richtlijn hebben omgezet in hun nationale wetgeving.

Groene Claims Richtlijn

Het Commissievoorstel voor de Europese Groene Claims Richtlijn15 stelt, in aanvulling op de Richtlijn «Grotere rol voor de consument bij de groene transitie», specifieke eisen aan de onderbouwing van en communicatie over vrijwillig gebruikte milieuclaims en keurmerken. De voorgestelde wetgeving reguleert milieuclaims en keurmerken waarvoor nog geen specifieke Europese eisen bestaan. De Richtlijn introduceert proceseisen voor keurmerken evenals een toets op de toegevoegde waarde van nieuwe keurmerken, wat naar verwachting het aantal misleidende keurmerken zal beperken. Inmiddels hebben zowel de Raad van de Europese Unie als het Europees Parlement hun posities vastgesteld en zullen de triloogonderhandelingen naar verwachting eind 2024 starten.

Met deze set aan Europese regels komt er meer eenduidigheid in duurzaamheidsclaims en -labels en weten consumenten beter waar ze aan toe zijn. Het is echter niet zo dat er één duurzaamheidslabel komt voor alle productgroepen. Het verschilt namelijk per product welke categorieën de meeste milieu-impact hebben en dus goed inzichtelijk moeten zijn voor de consument, zoals water- en grondstofverbruik, maar ook effecten op klimaatverandering. Het is daarentegen wel goed mogelijk om een label met uniforme eisen te hanteren voor een bepaalde productgroep. Een goed voorbeeld is het huidige EU Ecolabel. Dit label stelt duurzaamheidseisen aan de gehele levenscyclus van producten en diensten en wordt bijvoorbeeld gebruikt op WC-papier, cosmetica, wasmiddelen en schoonmaakmiddelen. De Nederlandse Stichting Milieukeur (SMK) geeft in opdracht van de Nederlandse overheid EU Ecolabel certificaten uit en is onderdeel van het bestuur van EU Ecolabel.

Ik ben tevreden over deze Europese initiatieven en ik ben op dit moment dan ook niet voornemens om aanvullende nationale maatregelen te nemen om tot een uniform duurzaamheidslabel te komen. De bovengenoemde Europese wetgeving voor labels en keurmerken moet nog geïmplementeerd worden en zal daarna een belangrijk effect hebben om greenwashing tegen te gaan en het aantal (misleidende) keurmerken af te laten nemen. De komende jaren wordt gemonitord of dit inderdaad het geval is. Op basis van die resultaten kan dan worden bezien of eventuele aanvullende maatregelen nodig en gewenst zijn.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Ch.A. Jansen


X Noot
1

Glas, papier en karton, plastic, ferrometaal, aluminium en hout.

X Noot
3

pdf (overheid.nl) kamerstuknummer 2024Z12155

X Noot
5

Verpakkingen van plastic, metaal en drankkartons

X Noot
6

QuickScan van economische effecten in twee scenario’s (2024)

X Noot
7

Kamerstuknummer 32 813, nr. 1373

X Noot
8

COM (2022) 143

X Noot
9

Verordening (EU) 2024/1781

X Noot
11

Verordening (EU) 1007/2011

X Noot
12

Kamerstuknummer 21 501-08, nr. 944

X Noot
13

Richtlijn (EU) 2024/825

X Noot
14

Commerciële duurzaamheidsgarantie is ook wel bekend als fabrieksgarantie. Deze garantie is aanvullend op de wettelijke garantie en een bewijs van de producent dat het product langer mee gaat dan concurrerende producten.

X Noot
15

Commissievoorstel 2023/0085(COD)

Naar boven