32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid

Nr. 291 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2023

Via deze brief informeren wij, de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, uw Kamer over de voortgang van de uitvoering van de Nationale Grondstoffenstrategie (hierna: NGS). Daarbij gaan we tevens in op moties en toezeggingen1 over de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen.

Uw Kamer ontving de NGS op 9 december 2022.2 Toenemende geopolitieke dynamiek in grondstoffenketens en mogelijke schaarste aan grondstoffen die hard nodig zijn voor publieke belangen als de energietransitie, de digitale transitie, gezondheidszorg, vitale infrastructuur en defensie, vereisen een passend antwoord van de overheid. De NGS vergroot de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen op de middellange termijn, via vijf handelingsperspectieven: (1) circulariteit en innovatie; (2) duurzame Europese mijnbouw en raffinage; (3) diversificatie; (4) verduurzaming internationale ketens; en (5) kennisopbouw en monitoring. In bijgevoegde voortgangsrapportage informeren wij u meer in detail over de voortgang per handelingsperspectief.

Eerste resultaten

Het afgelopen jaar hebben we een fundament gelegd voor het uitwerken van de handelingsperspectieven. We investeren in eerste instantie veel in kennisopbouw en bouwen aan duurzame relaties met grondstofrijke landen. Zo hebben we de basis gelegd voor een Nationaal Observatorium waarin we cruciale kennis willen opbouwen over voor Nederland kritieke grondstoffenketens: TNO werkt hiervoor de inhoudelijke reikwijdte uit en een kwartiermaker zal de bestuursstructuur verder uitwerken. Aanvullend hierop zijn er eerste resultaten van de onderzoeken naar Nederlandse winningsmogelijkheden. Ook hebben we verder onderzoek laten doen naar onze strategische afhankelijkheden, waarvan de resultaten weer dienen als inhoudelijke voeding voor het Observatorium. En het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) brengt de milieu-impact in kritieke grondstoffenketens in kaart. Daarnaast hebben we het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE)3 uitgebracht met daarin onder andere concrete maatregelen om circulariteit en innovatie in kritieke grondstoffenketens te stimuleren en er zijn hiertoe inmiddels ook twee Groeifondsvoorstellen gehonoreerd, voor batterijen en zonnepanelen. Er is onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor raffinagecapaciteit en aanleggen van strategische voorraden in Nederland. Ten slotte hebben we de eerste twee Nederlandse bilaterale grondstoffenpartnerschappen voorbereid en werven we een Speciaal Vertegenwoordiger Grondstoffenstrategie, als boegbeeld van het kabinet richting het Nederlandse en Europese bedrijfsleven, industrieplatforms, kenniscentra en het maatschappelijk middenveld.

Aanpak op Europees niveau

Het kabinet zet nadrukkelijk in op een aanpak op Europees niveau. De kansen voor mijnbouw van kritieke grondstoffen in Nederland zijn namelijk beperkt en dat maakt Nederland kwetsbaar. Samen met andere Europese lidstaten hebben we meer mogelijkheden en slagkracht. We hebben het afgelopen jaar dan ook hard gewerkt aan een sterke Europese grondstoffenstrategie, met resultaat. Op 16 maart jl. presenteerde de Europese Commissie (hierna: Commissie) de Critical Raw Materials Act (hierna: CRMA) om de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen voor de hele Europese Unie (hierna: EU) te versterken. De voorgestelde maatregelen sluiten nauw aan op de NGS en de CRMA biedt daarmee een belangrijk kader om onze nationale grondstoffendoelen te realiseren.

Samenwerking met het bedrijfsleven

Zonder hechte samenwerking met het bedrijfsleven is het niet mogelijk om onze doelen te realiseren. Hoewel bedrijven in beginsel zelf verantwoordelijk zijn voor het veiligstellen van hun eigen toeleveringsketens, ontstaat er een gedeelde verantwoordelijkheid zodra er maatschappelijke risico’s ontstaan die bedrijven niet zelf af kunnen dekken. Op 19 juni jl. ging de Minister van Economische Zaken en Klimaat tijdens een eerste ronde tafel in gesprek over ketenkwetsbaarheden. Over en weer werden inzichten gedeeld hoe deze kwetsbaarheden samen aan te pakken. Die inzichten zijn cruciaal om de NGS tot een succes te maken. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat organiseerde op 14 december een tweede ronde tafel over circulariteit van kritieke grondstoffen en innovatie. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is voornemens een derde ronde tafel te organiseren over internationale partnerschappen. Wij vinden het belangrijk om in gesprek te blijven over de gezamenlijke publiek-private inzet voor de doelen van de NGS, komend jaar krijgen deze tafels dan ook een vervolg.

Vooruitblik 2024

De ontwikkelingen in de wereld staan niet stil, het is een tumultueuze tijd van geopolitieke verandering en dit vraagt om urgente actie. We bouwen het komende jaar voortvarend voort op het gelegde fundament, in lijn met de motie van het lid Hagen4. We investeren verder in onze kennisopbouw, waarbij verschillende onderzoeksresultaten in de eerste helft van 2024 zullen verschijnen, en zetten er op in dat eind volgend jaar de deuren van het Nationaal Observatorium geopend worden. Op basis van de onderzoeken zullen we besluiten over de inzet ten aanzien van raffinagemogelijkheden en het aanhouden van strategische voorraden in Nederland. We versterken onze internationale samenwerking met derde landen en Europese partners. De implementatie van de CRMA vindt plaats, en we stellen zo snel mogelijk de Speciaal Vertegenwoordiger Grondstoffenstrategie (SVG) aan.

Tot slot

We hebben als Nederland de doelen goed voor ogen, ook in Europees verband. Het realiseren van die doelen is een proces van de lange adem, informatie en relaties opbouwen – en daarmee zijn we goed op weg. We willen ons onderscheiden door, samen met de EU, duurzame grondstoffenketens te ontwikkelen en internationale partnerschappen aan te gaan, waarbij gelijkwaardigheid en wederzijds voordeel centraal staan. Het is belangrijk om te erkennen dat we onze afhankelijkheden niet geheel kunnen afbouwen, en dat dit ook betekent dat we (overheid en bedrijfsleven) omwille van onze publieke belangen zaken moeten (blijven) doen in landen die onze normen op het gebied van mens, dier en milieu niet bij voorbaat delen. Er is tijd en ruimte nodig om met deze landen in gesprek te gaan om tot een duurzame, wederzijds profijtelijke en betrouwbare aanpak te komen en onze kwetsbaarheden in grondstoffenketens structureel te verminderen. Tegelijkertijd werken we in Nederland en Europa op de lange termijn toe naar een circulaire economie om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de beschikbare kritieke grondstoffen. De samenwerking met betrokken partijen, zoals het bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, en lokale gemeenschappen is daarbij onontbeerlijk. Samen met deze partijen werken wij aan een effectieve uitvoering van de NGS, en daarmee aan de open strategische autonomie van Nederland.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, G.E.W. van Leeuwen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Naar boven