32 849 Mijnbouw

Nr. 246 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2024

Op 3 september, tijdens het mondelinge vragenuur, heeft de Kamer vragen gesteld over de gaswinning uit het gasveld bij Warffum. Het lid Vermeer (BBB) heeft mij de vraag gesteld op welke wijze de Tweede Kamer is betrokken bij het verlenen van vergunningen voor activiteiten in de diepe ondergrond. Ik heb u toegezegd hier schriftelijk op terug te komen. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.

De Mijnbouwwet is het wettelijke kader op basis waarvan het kabinet vergunningen verleent ten behoeve van activiteiten in de diepe ondergrond, bijvoorbeeld het winnen van gas. In de Mijnbouwwet is het juridische kader opgenomen waaraan het kabinet aanvragen voor activiteiten in de diepe ondergrond toetst. Ook is opgenomen op welke gronden het kabinet aanvragen geheel of gedeeltelijk kan weigeren of daaraan voorschriften of beperkingen kan verbinden.

De Tweede Kamer stelt, als medewetgever, samen met de regering, dit wettelijke kader op. Het kabinet geeft hieraan uitvoering en is bij de beoordeling van de individuele vergunningen aan het kader van de Mijnbouwwet gebonden. Daarbij geldt dat bedrijven en andere betrokkenen vanuit rechtszekerheid mogen rekenen op een toetsing zoals wettelijk is vastgelegd. De Kamer kan uiteraard het wettelijke kader dat geldt voor de vergunningen voor activiteiten in de diepe ondergrond aanpassen door middel van een wetstraject.

De aanvraag van NAM om langer gas te mogen winnen uit het gasveld Warffum ga ik zorgvuldig beoordelen. Hierbij betrek ik advies van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), TNO en de Mijnraad. Op korte termijn zal ik ook een bezoek brengen aan de gemeente Het Hogeland om te luisteren naar de inwoners. Ik verleen alleen een vergunning voor activiteiten in de diepe ondergrond als dit veilig kan.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans

Naar boven