32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 932 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2022

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen die u hebt gesteld tijdens het Commissiedebat over de staat van de volkshuisvesting op 30 juni 2022 en die ik tijdens het debat niet heb kunnen beantwoorden.

VRAAG:

De wooncrisis gaat ook over de kwaliteit van de woningen. Wat gaat de Minister doen voor de huurders met gebrekkige woningen? (SP)

ANTWOORD:

In de Nationale prestatieafspraken is opgenomen dat corporaties jaarlijks € 200 miljoen extra gaan investeren in woningverbetering. De aanpak van schimmel is daar ook bij inbegrepen. Bovendien is afgesproken dat er vanaf 2026 geen woningen meer zijn met een slechte staat van onderhoud (onderhoudsconditie 5 of 6). Huurders kunnen bij gebreken ook altijd terecht bij de Huurcommissie of bij Bouw- en Woningtoezicht van de betreffende gemeente.

VRAAG:

Bent u bereid om huurders meer mogelijkheden te geven om gebreken aan te pakken? (SP)

ANTWOORD:

Ik denk dat de positie van huurders in essentie goed is geborgd. De huurder kan naar de huurcommissie bij gebreken. Dat kan leiden tot een huurverlaging. De huurder kan ook de rechter inschakelen. Die kan de verhuurder zelfs dwingen om het nodige onderhoud uit te voeren. Bij ernstige gebreken kan ook de gemeente ingrijpen, bijvoorbeeld bij gevaarlijke balkons. De aanpak van gebreken is ook een kwestie van goed verhuurderschap. Daar gaat het wetsvoorstel goed verhuurderschap ook bij helpen.

VRAAG:

Wat vindt de Minister ervan dat de Minister van OCW eerst een visie wil uitwerken met betrekking tot de groei van internationale studenten? (CDA)

ANTWOORD:

Ik ben het met u eens dat, naast dat er een doordachte aanpak komt, ook nu gehandeld moet worden. We hebben daarom in het kader van het actieplan studentenhuisvesting onder andere afgesproken dat onderwijsinstellingen studenten streng afraden om naar Nederland te komen als het niet op tijd lukt huisvesting te vinden. Op dit moment worden bestuurlijke afspraken tussen de Minister van OCW en VH (hogescholen) en UNL (universiteiten) gemaakt, deze gelden al voor aankomend studiejaar. In de Bestuurlijke afspraken wordt opgenomen dat er een toekomstverkenning plaatsvindt, waarin een beheerste en verantwoorde internationale studentenstroom meegenomen wordt en waarbij ook rekening wordt gehouden met mogelijkheden op het gebied van studentenhuisvesting. Na de Toekomstverkenning zal de Minister van OCW zo spoedig mogelijk nadere stappen zetten op internationalisering.

VRAAG:

Ik wil de Minister vragen om te kijken naar mogelijkheden voor flexibele woningbouw voor studenten, onder andere langs spoorzones. Gaat de Minister in op het aanbod dat AEDES heeft gedaan om 10.000 flexibele woningen te plaatsen? (D66)

ANTWOORD:

Ik ben het er helemaal mee eens dat flexibele woningbouw ook bij uitstek geschikt kan zijn voor studenten. Zeker omdat je ook een goede mix van doelgroepen en gemengde wijken wilt realiseren. Ik kijk ook met gemeenten naar het benutten van stationsgebieden voor dit doel, omdat daar veel wordt gebouwd. Ik heb onlangs met AEDES, bouwers de VNG, het RVB, en de Taskforce versnellen tijdelijke huisvesting meermaals overleg gehad over het aanbod dat zij hebben gedaan. We gaan hier samen echt werk van maken en ik zal uw kamer op de hoogte houden van de voortgang.

VRAAG:

Wat gaat u doen aan de aanpak van dakloosheid en hoe gaat het Kabinet de toestroom van daklozen oplossen. Kan het kabinet met doelstellingen komen? (PvdA)

ANTWOORD:

Op 2 juni (Kamerstukken 29 325 en 32 847, nr. 134) heeft u hierover een brief ontvangen van de Staatssecretaris van VWS, de Minister van APP en van mij. We willen dakloosheid fors en structureel terugdringen. De focus ligt zowel op huisvesting als op preventie (voorkomen van dakloosheid). Bij dat laatste gaat bijvoorbeeld de herziening van de kostendelersnorm zeker helpen.

Als het gaat om mijn rol als Minister voor Wonen: Er moeten snel meer betaalbare woningen en woonplekken komen. Daar kunt u mij op aanspreken. Wonen moet zo nodig ondersteund worden met passende begeleiding. Dit moet duidelijk worden in de woonzorgvisies die gemeenten gaan opstellen. Dakloze mensen gaan bovendien voorrang krijgen bij woningtoewijzing. Alle gemeenten gaan hiervoor urgentieverordeningen opstellen.

Dit is onderdeel van het programma «Een thuis voor iedereen.» Het kabinet heeft 65 miljoen structureel extra beschikbaar gesteld voor de aanpak van dakloosheid. De Staatssecretaris van VWS werkt nu uit hoe dat geld goed besteed kan worden. Dat doet hij in nauw overleg met alle betrokkenen. Eind dit jaar wordt de Kamer nader geïnformeerd over de uitwerking.

VRAAG:

Wanneer kunnen we het programma wonen en zorg voor ouderen verwachten? En hoe gaat de Minister de bouw van ouderenwoningen/geclusterde woningen versnellen? (Den Haan)

ANTWOORD:

Met het programma Wonen en zorg voor ouderen kom ik na de zomer naar buiten. Dit doe ik samen met de Minister van Langdurige Zorg en Sport. Dat is later dan ik eerder heb gemeld. De reden daarvoor is dat we extra tijd willen nemen om dit programma in goede afstemming met de sector wil maken.

Het programma gaat over de huisvestingsopgave voor ouderen. Dat gaat over wat we moeten bouwen de komende jaren, bijvoorbeeld nultredenwoningen en geclusterde woonvormen. En over het aantrekkelijk maken voor ouderen om te verhuizen, om doorstroming te bevorderen. De bouw van die woonvormen wil ik via het regietraject voor de woningbouw versnellen. Daarnaast gaat het om het verbeteren van de doorstroming en dragen we bij aan een betere leefomgeving waardoor mensen langer zelfstandig kunnen wonen.

VRAAG:

Bent u bereid om beter te kijken naar huisvesting ouderen? Bijvoorbeeld door verpleeghuizen te heropenen voor ouderen? (BvN)

ANTWOORD:

Het programma Wonen en zorg voor ouderen is bedoeld om hierin te voorzien. Inzake uw suggestie voor het heropenen van verpleeghuizen: Het Rijksvastgoedbedrijf brengt reeds in kaart in hoeverre leegstaand vastgoed, zoals verpleeghuizen, gebruikt kan worden voor huisvesting in den brede.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven