Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2021
In de brief van 26 november 2020 heeft de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken
verzocht om te reageren op de brief van Vereniging Eigen Huis (VEH) d.d. 20 november
2020 met betrekking tot verhoging onroerendezaakbelasting (ozb). In de brief van VEH
vraagt zij de verhoging van de ozb in 2021 te voorkomen. Als oorzaak voor de ozb-verhoging
worden de begrotingstekorten op jeugd- en ouderzorg genoemd.
Ik ben me bewust dat de financiële positie van gemeenten onder druk staat. Het is
belangrijk dat gemeenten voldoende middelen hebben om hun taken uit te voeren. Daarom
ook heeft de financiële positie van gemeenten mijn volste aandacht en spreek ik hier
regelmatig over met gemeenten, provincies en uw Kamer. Het kabinet is de afgelopen
periode gemeenten financieel tegemoet gekomen door onder andere het compenseren van
de extra kosten en misgelopen inkomsten vanwege corona1, bevriezing van het accres en het schrappen van de opschalingskorting voor twee jaar.
Daarnaast zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor Veilig Thuis, Vrouwenopvang
en Dak- en Thuislozen. Ook is de reeks van de tijdelijke extra middelen voor jeugd
ad € 300 miljoen verlengd naar 2022.
Om ook te zorgen dat de structurele financiële positie van gemeenten in de toekomst
niet tot problemen leidt, trek ik richting de formatie samen met gemeenten en provincies
op. De insteek is dat een volgend kabinet op basis van de uitkomsten van onderzoeken
een integraal besluit kan nemen over wat er nodig is om gemeenten hun taken goed te
laten uitvoeren. Ter voorbereiding op de formatie ben ik dan ook met de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG) in gesprek over de jeugdzorg en loopt er een onderzoek
naar de impact van de financiële positie van gemeenten op het voorzieningenniveau
(eind februari afgerond). Verder heb ik met provincies afgesproken dat zij gegeven
de bijzondere situatie een analyse van de financiële positie van gemeenten maken en
deze in februari opleveren.
Gelet op de financiële positie van gemeenten houd ik ook een vinger aan de pols met
betrekking tot de ontwikkeling van de lokale woonlasten.
De cijfers met betrekking tot de ozb van VEH lopen vooruit op de jaarlijkse rapportage
van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Het
COELO brengt in de jaarlijkse atlas van de lokale lasten de ontwikkeling van de lokale
lasten uitgesplitst per categorie voor alle gemeenten van Nederland in beeld. De atlas
verschijnt naar verwachting in maart. De cijfers van de VEH zijn een steekproef onder
een aantal gemeenten, en geven dus nog geen volledig beeld. Het is dan ook nog te
vroeg voor een landelijke analyse en duiding. Zodra het totale beeld bekend is, kan
de ontwikkeling van de ozb bezien worden in de context van de ontwikkeling van de
totale lokale woonlasten. Deze context is essentieel, omdat bijvoorbeeld de keuze
voor de verhoging van één specifieke heffing gecompenseerd kan worden door een verlaging
of minder hoge stijging van een andere heffing. Bovendien dient ook gekeken te worden
naar de ontwikkeling van de woonlasten van een gemeente over de tijd. Sommige gemeenten
hebben namelijk nog relatief lage lokale woonlasten.
Tot slot, het is aan de gemeenteraden om de hoogte van de lokale woonlasten vast te
stellen. Deze besluitvorming komt op gemeentelijk niveau tot stand met inachtneming
van de lokale wensen en opgaven. De gemeenteraden leggen over de hoogte verantwoording
af in het democratische proces. Het kabinet zal zich inspannen voor een gezonde financiële
positie van gemeenten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren