Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 augustus 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij verzocht om te reageren op het
artikel «Woningbouwers profiteren nauwelijks van expertteam Minister Ollongren» in
het dagblad Cobouw. Dit artikel is verschenen naar aanleiding van het jaarverslag
over 2019 van het Expertteam Woningbouw dat ik u met mijn brief van 26 juni 2020 heb
doen toekomen1. Met onderhavige reactie voldoe ik aan het verzoek van de commissie.
Het Rijk heeft diverse instrumenten beschikbaar die gemeenten kunnen benutten bij
het wegnemen van belemmeringen op woningbouwlocaties. De inzet van deze instrumenten
draagt bij het aan het versnellen van de woningbouw en het op peil houden van de bouwproductie.
Het Expertteam Woningbouw is een van deze instrumenten en wordt ingezet op woningbouwprojecten
waar expertise gewenst is. Het gaat daarbij om het lostrekken of versnellen van concrete
bouwprojecten of bredere gebiedsontwikkeling. Zoals ook uit het jaarverslag blijkt,
voorziet het Expertteam in een duidelijke behoefte. Het gaat dan zowel om het oplossen
van knelpunten bij bestaande projecten als om het bijdragen aan kennisdeling met gemeenten
en andere partijen om toekomstige knelpunten zoveel mogelijk te voorkomen. Juist vanwege
deze meerwaarde zou ik graag zien dat gemeenten het Expertteam nog vaker dan in het
verleden inschakelen om zo te voorkomen dat projecten (langdurig) in de vertraging
raken.
In het jaarverslag is een cijfermatig overzicht opgenomen van aanvragen die in 2019
binnen zijn gekomen en van de in 2019 afgeronde trajecten. Deze «reguliere» trajecten
kennen veelal een behoorlijke doorlooptijd. Dat heeft zowel te maken met:
-
• de tijd die het kost om de concrete hulpvraag van gemeenten scherp te krijgen,
-
• de aard van de problematiek, waar diverse partijen bij betrokken zijn en soms ook
bestuurlijke interventies aan de orde zijn,
-
• de voorwaarden die gelden bij inschakelen van het Expertteam om staatssteun te voorkomen.
In een aantal gevallen leidt het intakeproces al tot zodanige inzichten bij de betreffende
gemeente dat het niet tot een formeel traject komt. Dat is dus niet zichtbaar in de
genoemde cijfers. In die zin is sprake van een onderrapportage van de daadwerkelijke
inzet van het Expertteam. Evenmin in cijfers uitgedrukt maar wel opgenomen in het
jaarverslag is dat het Expertteam ook een groot aantal andere (snellere) trajecten
heeft uitgevoerd, die vaak laagdrempeliger zijn.
De voorwaarden die gelden om het Expertteam voor een «regulier» traject in te schakelen
(zoals het afsluiten van een Samenwerkingsovereenkomst tussen de betreffende gemeente
en de RVO) vloeien voort uit de noodzaak om staatssteun en marktverstoring te vermijden.
Dit is dan ook de reden dat marktpartijen niet rechtstreeks een beroep kunnen doen
op de inzet van het Expertteam.
Voorgaande betekent niet dat marktpartijen zich nergens met knelpunten kunnen melden.
Ik spreek regelmatig met koepelorganisaties, bijvoorbeeld in het kader van de Nationale
Woonagenda, waarbij zij signalen uit het veld bij mij neer kunnen leggen. Als knelpunten
regelmatig terugkomen spreken we daar benodigde acties af. Ik moedig partijen dan
ook aan om hun signalen aan koepelorganisaties te (blijven) geven. Ook kunnen marktpartijen
zelf contact opnemen met de RVO en mijn ministerie en melding maken van punten waarop
zij vastlopen. Die signalen worden serieus genomen en kunnen ook leiden tot de inzet
van het Expertteam bij een van de medeoverheden. Naar aanleiding van de gewijzigde
motie van de leden Ronnes en Koerhuis2 is dit nu expliciet op de website van de RVO aangegeven.
Eerder in deze brief noemde ik de rol die het Expertteam vervult bij het delen van
kennis over (knelpunten bij) de ontwikkeling van woningbouwlocaties. Ik ben voornemens
het team te vragen om in de komende periode een aantal (regionale) bijeenkomsten te
organiseren met overheden en marktpartijen om te bespreken wat de belangrijkste knelpunten
zijn waar partijen tegenaan lopen in de onderlinge samenwerking en hoe daarin te verbeteren.
Met deze aanpak en met de in mijn eerdere brief reeds genoemde versterkte inzet van
het Expertteam op diverse, ook laagdrempeliger, trajecten zoals de Impulskamers verwacht
ik dat de rol die het Expertteam in 2020 en daarna kan spelen bij de stimulering van
de woningbouw verder aan belang zal winnen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren