32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 608 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2020

Tijdens het VAO Bouwopgave op woensdag 29 januari jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 47, debat over het VAO Bouwopgave (AO d.d. 11/12)) heeft uw Kamer gevraagd geïnformeerd te worden over twee zaken:

  • de uitkomsten van het bestuurlijk overleg Valkenburg dat tevens op 29 januari plaatsvond;

  • het oordeel van het kabinet over de door het lid Koerhuis ingediende motie over een inpassingsplan voor Valkenburg (Kamerstuk 32 847, nr. 589).

In het ordedebat van 6 februari jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 51, Regeling van werkzaamheden) heeft de heer Smeulders aanvullend gevraagd om een reactie van het kabinet over berichtgeving inzake de bereidheid van het Rijksvastgoedbedrijf om betaalbare woningen te bouwen.

Om logistieke redenen gaat het mij helaas niet lukken aan bovenstaande verzoeken te voldoen voorafgaand aan de stemmingen op 11 februari. Zoals eerder aangekondigd is op 29 januari met de gemeente Katwijk afgesproken om twee weken de tijd te nemen om oplossingen op papier te zetten. Het is helaas niet mogelijk gebleken om binnen deze termijn met betrokken partijen een concluderend bestuurlijk overleg te voeren. Dergelijk overleg is voorzien op donderdag 13 februari aanstaande.

Uw Kamer mag erop rekenen dat ze zo snel mogelijk na dit overleg een brief ontvangt met de hierboven gevraagde informatie en beoordeling. Zoals ik tijdens het VAO Bouwopgave heb aangegeven, geef ik de indiener van de motie in overweging om de motie, tot na ontvangst van deze brief, aan te houden. Kennisname van de gevraagde informatie en beoordeling acht ik wenselijk om uw Kamer een oordeel te laten vellen over deze motie.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven